Les 12 A2-B1 Belgielaan

Huiswerk voor 5-3
  • Thema 3- taak 2- 7 (doe de taak)- opdracht 9 (stuur naar mij via LINK).
  • Boek bladzijde 52. Opdracht 7
  • Thema 3- taak 3 - 1 tot en met 6
  • Grammatica: 6.13 * de possessief constructie: Julia’s vriend, Julia d’r vriend, de vriend van Julia

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NT2Beroepsopleiding

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Huiswerk voor 5-3
  • Thema 3- taak 2- 7 (doe de taak)- opdracht 9 (stuur naar mij via LINK).
  • Boek bladzijde 52. Opdracht 7
  • Thema 3- taak 3 - 1 tot en met 6
  • Grammatica: 6.13 * de possessief constructie: Julia’s vriend, Julia d’r vriend, de vriend van Julia

Slide 1 - Slide

Programma
  • Taak 2- opdracht 8: advies geven
  • Grammatica: 6.13 * de possessief constructie: Julia’s vriend, Julia d’r vriend, de vriend van Julia
  • Thema 3- taak 3- woorden
  • Thema 3- taak 3

Slide 2 - Slide

Grammatica: 6.13 * de possessief constructie: Julia’s vriend, Julia d’r vriend, de vriend van Julia
We maken oefening 5, 6 en 7 op www.nt2school.nl




https://zichtbaarnederlands.nl/nl/pronomen/persoonlijk_bezittelijk_gereduceerd_voornaamwoord


Slide 3 - Slide

Grammatica: 6.13 * de possessief constructie: Julia’s vriend, Julia d’r vriend, de vriend van Julia
Let op: ’s en s klinken hetzelfde.
Na andere letters krijg je s in de pluralis:

één tante, twee tantes
één vakantie, twee vakanties
één tram, twee trams

Na de letters a, i, o, u en y krijg je ’s in de pluralis:

één oma, twee oma’s
één taxi, twee taxi’s
één auto, twee auto’s
één paraplu, twee paraplu’s
één baby, twee baby’s

Slide 4 - Slide

Het jeugdjournaal
Dia de los muertos

Slide 5 - Slide

Thema 3- taak 3- Zo gaat dat bij ons
We lezen de tekst op bladzijde 53

Slide 6 - Slide

Thema 3- taak 3- woorden
Ken je alle woorden van taak 3?
Welke woorden uit taak 3 zijn moeilijk?

Opdracht:






Slide 7 - Slide

Thema 3- taak 3- Zo gaat dat bij ons
Opdracht 2 tot en met 10


Slide 8 - Slide

Reflectie- Nederlands begrijpen buiten de les
1. Waar hoor je Nederlands buiten de les?
2 .Wat of wie kun je goed begrijpen buiten de les? Hoe komt dat?
3. Wat of wie vind je moeilijk om te begrijpen? Hoe komt dat?
4. Hoe kun je zo veel mogelijk Nederlands buiten de les horen?
5. Geef elkaar een tip voor een film, podcast, liedje, tv-programma, etc. in het Nederlands. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide