20250212 Ma VAV4VMB000AK vmbo leerjaar 1 Thema's maandag 10-02: 2.2: Mediasamenleving

VAV4VMB000AK 
Maatschappijleer
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands en LOB bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.


1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

VAV4VMB000AK 
Maatschappijleer
Drs. David Lindenaar

Docent burgerschap, maatschappijleer en -kunde, Nederlands en LOB bij de afdelingen:
Zorg en Vavo.


Slide 1 - Slide

timer
10:00

Slide 2 - Slide

AFSPRAKEN 
1. Kom op tijd.

2. Neem altijd jouw spullen mee. Je neemt elke les een opgeladen laptop, boek en pen mee.

3. Telefoon in de tas, dopjes uit, smartwatch verbinding uit.

4. Jas uit, tas van tafel en niet eten in de les.

5. Ben je er een les niet? Maak het huiswerk dan thuis. Gebruik de e-mail die ik elke les verstuur.

6. Sla geen vragen over en antwoord altijd met uitleg.

Slide 3 - Slide

Maatschappijleer
Thema's kgt maatschappijleer


  
Maandag 10-02: 2.1: Communicatie en media
Woensdag 12-02: 2.2: Mediasamenleving
Maandag 24-02: 2.3: Nieuws
Woensdag 26-02: 2.4: Invloed van de media
Maandag 03-03: 2.5: Geld verdienen met de media
Woensdag 05-03: 4.1: Wat is politiek?
Maandag 10-03: 4.2: Wat valt er te kiezen?
Woensdag 12-03: 4.3: Het parlement
Maandag 17-03: 4.4: De regering
Woensdag 19-03: 4.5: Wie heeft de macht?
Maandag 24-03: 4.6: Politiek in de buurt
Woensdag 26-03: samenvatting en voorbereiding op de toets.
Maandag 31-03: 15.00-16.00: toets maatschappijleer





Slide 4 - Slide

Terugblik op:

2.1: Communicatie en media

Slide 5 - Slide

1.1 Waarom communiceren we?



Communicatie: Bedoeld of onbedoeld een bepaalde boodschap
aan iemand doorgeven.

Er is altijd een zender, ontvanger en medium: een middel om informatie te versturen.

Verschillende manieren van communicatie:
• verbaal of non-verbaal;
• eenzijdig of tweezijdig;
• persoonlijk of massaal.


Slide 6 - Slide

1.1 Waarom communiceren we?

Slide 7 - Slide

Les 2.1: Communicatie en media
Communicatie: het doorgeven van informatie.

Middel: een manier om te communiceren.

Verbale communicatie: met woorden communiceren.

Non-verbale communicatie: zonder woorden (bijvoorbeeld met gebaren, houding of uitstraling) communiceren. 

Massacommunicatie: openbare communicatie waarbij grote groepen mensen worden bereikt. 

Slide 8 - Slide

1.2 Media en de samenleving




Massamedia: media die zich met hun boodschap tot grote groepen mensen tegelijk richten.

Kenmerken van massamedia
  1. openbaar
  2. een groot, anoniem publiek
  3. niet persoonlijk
  4. loopt via organisaties
  5. indirect

Slide 9 - Slide

1.2 Media en de samenleving


Met ‘de media’ bedoelen we altijd de massamedia.

Soms maken we onderscheid tussen de ‘oude’, traditionele media
en de nieuwe, digitale media.

Traditionele media: kranten, boeken en tijdschriften, televisie en radio.

Digitale media: internet, sociale media.




Slide 10 - Slide

1.2 Media en de samenleving



Informatiesamenleving: via de digitale media krijg je non-stop informatie.

Informatie van met name sociale media is niet altijd betrouwbaar.

Mediawijsheid: je bent als ontvanger kritisch over media.



Slide 11 - Slide

Les 2.2: Mediasamenleving

Slide 12 - Slide

Lesdoel
Les 2.2: Mediasamenleving

  • Je kunt uitleggen wat een mediasamenleving is en hier voorbeelden van geven.
  • Je kunt twee voorbeelden geven van online-risico's
  • Je kunt het verschil tussen traditionele en nieuwe media uitleggen.
  • Je kunt het verschil tussen publieke en commerciële omroepen uitleggen.
WERKBOEK:
2.2: Mediasamenleving
pagina 30 - 33
Vraag 01 - 17

LESBOEK:
2.2: Mediasamenleving
pagina 22- 25

Slide 13 - Slide

Les 2.2: Mediasamenleving

Individueel lezen:

Lesboek: pagina 22- 25
timer
15:00

Slide 14 - Slide

Les 2.2: Mediasamenleving

Met ‘de media’ bedoelen we altijd de massamedia.


Soms maken we onderscheid tussen de ‘oude’, traditionele media
en de nieuwe, digitale media.

Traditionele media: kranten, boeken, televisie en radio.

Digitale media: internet, sociale media.



Slide 15 - Slide

Les 2.2: Mediasamenleving


Zenders en ontvangers veranderen

Het aanbod van zenders staat online en jij bepaalt zelf wat je wanneer kijkt.

On-demand economie: een economie waarbij de wens van de klant of gebruiker direct of zo snel mogelijk vervuld wordt.

Sociale media: alle internetmedia waarop je zelf informatie kunt delen met anderen.




Slide 16 - Slide

Les 2.2: Mediasamenleving


Gepersonaliseerd aanbod: Mediabedrijven passen hun aanbod aan op wat jij interessant vindt.
Dat doen ze aan de hand van algoritmes en data.

Algoritmes: Ingewikkelde wiskundige berekeningen.

Data: Verzamelingen van gegevens








Slide 17 - Slide

Les 2.2: Mediasamenleving


Pagina 30 - 33
Vraag 01 - 09

Ben je klaar? Werk dan verder.
timer
30:00
Les 2.2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17





Slide 18 - Slide

Les 2.2: Mediasamenleving


Hierboven staan radiozenders die commercieel zijn.


Hiernaast de radiozenders die horen 
bij de Nederlandse publieke omroep.

Slide 19 - Slide

Les 2.2: Mediasamenleving
Nederland heeft een duaal omroepstelsel.

Dat betekent dat wij in Nederland naast commerciële omroepen ook een aantal publieke omroepen hebben.

  • Welke zenders zijn commercieel en welke horen bij de publieke omroep?
  • Publieke omroepen hebben als doel te zorgen voor een gevarieerd aanbod.
  • Hiervoor worden zij gefinancierd door de overheid.
  • Kan iemand mij vertellen waarom de overheid hier aandacht aan besteedt?


Slide 20 - Slide

Terugblik
Les 2.2: Mediasamenleving

  • Je kunt uitleggen wat een mediasamenleving is en hier voorbeelden van geven.
  • Je kunt twee voorbeelden geven van online-risico's
  • Je kunt het verschil tussen traditionele en nieuwe media uitleggen.
  • Je kunt het verschil tussen publieke en commerciële omroepen uitleggen.
WERKBOEK:
2.2: Mediasamenleving
pagina 30 - 33
Vraag 01 - 17

LESBOEK:
2.2: Mediasamenleving
pagina 22- 25

Slide 21 - Slide