4.1 Elk doet zijn werk

Hoofdstuk 4




4.1 Elk doet zijn werk
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4




4.1 Elk doet zijn werk

Slide 1 - Slide

Wat is de juiste omschrijving van beroepsbevolking?
A
Alle mensen die werken en vrijwilligerswerk doen.
B
Alle mensen die werk zoeken of vrijwilligerswerk doen
C
Alle mensen die werken of op zoek zijn naar werk
D
Alle mensen die werken,vrijwilligerswerk doen of werk zoeken.

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Beroepssectoren
Er zijn 3 soorten beroepen in Nederland

- Landbouw (hier komt een product uit)
- Industrie (hier komt een product uit)
- Diensten (hier komt een dienst uit)

-> Volgende filmpje - het verschil tussen een dienst en product

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Wat houden die 3 beroepssectoren in?
- Landbouw
- Industrie
- Diensten

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Noem 4 beroepen die bij de landbouwsector horen.

Slide 8 - Open question

Wat houden die 3 beroepssectoren in?
- Landbouw
- Industrie
- Diensten

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Noem 4 beroepen die bij de industriesector horen.

Slide 11 - Open question

Productieproces
Grondstof
Halffabrikaat
Eindproduct

Slide 12 - Slide

Eindproduct
Halffabrikaat
Grondstof
Wol
Hout
Plastic
Boekenkast
Spijkerbroek
Trui
Planken

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Wat houden die 3 beroepssectoren in?
- Landbouw
- Industrie
- Diensten

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Noem zoveel mogelijk woorden die te maken hebben met...
dienstensector

Slide 19 - Mind map

Noem 4 beroepen die bij de dienstensector horen.

Slide 20 - Open question

Wat is het verschil tussen de commerciële en niet-commerciële dienstensector?

Slide 21 - Open question

Landbouwsector
Industriesector
Dienstensector
Bankmedewerker
Aspergekweker
Docent
Garnalenvisser
loodgieter
Verkoop-medewerker bij Ikea

Slide 22 - Drag question

In het stadscentrum horen de meeste beroepen bij de .......... sector. Leg ook uit waarom dat zo is.

Slide 23 - Open question


Dit is de grondstof .......... welk eindproduct kan hiervan gemaakt worden?

Slide 24 - Open question

Beroepen waarbij producten worden gemaakt horen bij de ............. sector

Slide 25 - Open question

Niet-commerciële dienstensector
Commerciële dienstensector
Tandarts
Medewerker bij Ikea
Politieagent
Piloot
Bankmedewerker
Docent

Slide 26 - Drag question

Wat is de beste omschrijving voor het begrip werkgelegenheid?
A
Alle mensen die werk zoeken
B
Alle vacatures
C
Alle mensen die niet werken
D
Alle banen samen

Slide 27 - Quiz

Geef drie voorbeelden van automatisering in de landbouwsector?

Slide 28 - Open question

dienstensector
Industiesector
Landbouwsector

Slide 29 - Drag question

In welke sector werkt een docent?
A
industrie sector
B
dienst sector
C
landbouw sector

Slide 30 - Quiz