Grammatica 5&6 les 1

We starten met stillezen
Je mag je Nederlandse boek en schrift alvast op je tafel leggen.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

We starten met stillezen
Je mag je Nederlandse boek en schrift alvast op je tafel leggen.

Slide 1 - Slide

Lesdoel:
Herhaling zinsdelen wwg-ond-lv-mv-vzv-bwb-bvb

Slide 2 - Slide

Je hebt al geleerd en moet weten:

wwg
ond
lv
mv
vzv
bwb
bvb

Nieuw dit blok:

Hoofd- en bijzinnen

Slide 3 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (wg)
Werkwoordelijk gezegde (wg)
Alle werkwoordsvormen (PV, INF, Volt.DW)  van een zin samen.

Slide 4 - Slide

Onderwerp
onderwerp
wie / wat + gezegde


Slide 5 - Slide

Zinsdelen:
Stap 1: zoek het wwg
Stap 2: Hussel de woorden. Zorg ervoor dat de betekenis van je zin niet verandert. Ieder stukje dat je 'kloppend' voor de PV kan zetten is een zinsdeel.

Slide 6 - Slide

Een goede zin:
Een zin is een verzameling woorden. Een zin bestaat altijd uit twee basisdelen.
Een deel dat zegt wat de handeling is. (WWG)
Een deel dat zegt wie/wat de handeling uitvoert (OND)

Slide 7 - Slide

Lijdend voorwerp

Slide 8 - Slide

Lijdend voorwerp:
Het lijdend voorwerp is het voorwerp dat of de persoon die nodig is om de handeling uit te voeren. Het lijdend voorwerp maakt de handeling mee zonder zelf iets te doen. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Voorzetselvoorwerp:
(zie lesson up: vzv)

Slide 11 - Slide

Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort in de zin, bijvoorbeeld: de lieve kat, de stomme vogel, het leuke kind, het mooie huis.
Een bijvoeglijk bepaling is meestal een bijvoeglijk naamwoord, maar kan ook een bezittelijk voornaamwoord zijn, bijvoorbeeld: mijn kat, jouw vriend, onze spullen.
Een bijvoeglijke bepaling kan uit één of meerdere woorden bestaan.
Er kunnen meerdere bijvoeglijke bepalingen in een zin kunnen staan.
Een bijvoeglijke bepaling is altijd onderdeel van een ander zinsdeel (vaak van het lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp).
Een bijvoeglijke bepaling zegt iets over het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort in de zin, bijvoorbeeld: de lieve kat, de stomme vogel, het leuke kind, het mooie huis.
Een bijvoeglijk bepaling is meestal een bijvoeglijk naamwoord, maar kan ook een bezittelijk voornaamwoord zijn, bijvoorbeeld: mijn kat, jouw vriend, onze spullen.
Een bijvoeglijke bepaling kan uit één of meerdere woorden bestaan.
Er kunnen meerdere bijvoeglijke bepalingen in een zin kunnen staan.
Een bijvoeglijke bepaling is altijd onderdeel van een ander zinsdeel (vaak van het lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp).

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Lesdoel:
Herhaling zinsdelen wwg-ond-lv-mv-vzv-bwb-bvb

Slide 14 - Slide

Ik heb het lesdoel gehaald en kan hier nu zelf mee verder:
A
Ja, ik kan nu zelf aan het werk.
B
Nee, ik wil graag nog extra uitleg.

Slide 15 - Quiz

Huiswerk
Opdracht 6 bladzijde 227
Opdracht 8 bladzijde 228 (werkwoordsvorm betekent: pv/volt.dw/infinitief)
Opdracht 10 bladzijde 229
Opdracht 12 bladzijde 230
Opdracht 13 bladzijde 231

Slide 16 - Slide