This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Hiermee wordt het volgende bedoeld:
- groot - groter - grootst
- ver - verder - verst
- klein - kleiner - kleinst
- avontuurlijk - avontuurlijker - meest avontuurlijk
In het Engels zijn er 2 regels voor de trappen van vergelijking (en natuurlijk een aantal uitzonderingen)
Bij korte woorden (1 of 2 lettergrepen) komt er -er en -est achter het woord:
small - smaller - smallest
fast - faster - fastest
big - bigger - biggest