This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Trappen van vergelijking
chapter 5 mavo 3 herhaling
Slide 1 - Slide
Aan het eind van deze les:
Ken ik de regels van de trappen van vergelijking en kan ik deze toepassen in Engelse zinnen.
Slide 2 - Slide
Trappen van vergelijking
Hiermee wordt het volgende bedoeld:
- groot - groter - grootst
- ver - verder - verst
- klein - kleiner - kleinst
- avontuurlijk - avontuurlijker - meest avontuurlijk
Slide 3 - Slide
Trappen van vergelijking (comparative and superlative)
Om dingen of mensen te beschrijven, gebruik je bijvoeglijke naamwoorden.
Vb: small, old, strong, cold, fast
Je kunt er vergelijkingen mee maken door ze in de vergrotende en overtreffende trap te zetten.
Slide 4 - Slide
Verschil vergrotende & overtreffende trap?
He is taller than me. He is the tallest of them all.
Verklikwoorden?
Slide 5 - Slide
Verklikwoorden
Vergrotende trap: staat vaak het woord 'than' in. He is taller than me. = Hij is groter dan ik.
Overtreffende trap: staat vaak het woord 'the' in. He is the tallest. = Hij is de grootste.
Slide 6 - Slide
Vergrotende of overtreffende trap? Ali has the most wonderful clothes.
Slide 7 - Open question
In het Engels
In het Engels zijn er 2 regels voor de trappen van vergelijking (en natuurlijk een aantal uitzonderingen)
Bij korte woorden (1 of 2 lettergrepen) komt er -er en -est achter het woord:
small - smaller - smallest
fast - faster - fastest
big - bigger - biggest
Slide 8 - Slide
Trappen van vergelijking
één lettergreep => er of est vb bigger than , the biggest Of twee lettergrepen en de woorden eindigen op -le -er -y, -ow, b.v. simple, clever, funny, narrow Simpler, cleverer, funnier, narrower simplest, cleverest, funniest, narrowest.
Slide 9 - Slide
Trappen van vergelijking
twee of meer lettergrepen => more of most twee lettergrepen die niet eindigen op le, ow, er, y.
vb more beautiful than, the most beautiful more intelligent than, the most intelligent. Sarah is more intelligent than Paula.
Slide 10 - Slide
Spelling
Bijvoeglijke naamwoorden met 2 lettergrepen, kunnen veranderen qua spelling als je ze verandert. 1. medeklinker + y verandert in i. funny > funnier > funniest. silly > sillier > silliest 2. aan het eind staat al een e > +r of +st. nicer - nicest
Slide 11 - Slide
Spelling
3. klinker + medeklinker > medeklinker verdubbelen. big > bigger > biggest hot > hotter > hottest
Slide 12 - Slide
Onregelmatige vormen
Een aantal bijvoeglijke verandert onregelmatig. 1. good - better - best 2. bad - worse - worst 3. little - less - least 4. many - more - most
Slide 13 - Slide
Geef de vergrotende en overtreffende trap van: small
Slide 14 - Open question
Geef de vergrotende en overtreffende trap van: lucky
Slide 15 - Open question
Geef de vergrotende en overtreffende trap van: serious
Slide 16 - Open question
Oefenen
Maak nu exercise 1 van grammar chapter 5. p27 AB
Slide 17 - Slide
Wat vind je nog moeilijk aan de trappen van vergelijking?