Spelling Blok 2 1KT

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Spelling - Blok 2

1KT

PVTT (persoonsvorm tegenwoordige tijd)

Zoek eerst het onderwerp dat erbij hoort!

Makkie! Gewoon 'lopen' gebruiken en dan doe je het altijd goed.

01:34

Dus? Welke regel moet je altijd gebruiken bij de PVTT?

Voorbeeldzin: Hij (verbieden) mij dat te doen.

Wat is stap 1?

Voorbeeldzin: Hij (verbieden) mij dat te doen.

Het is dus een PV! Wat schrijf je als eerste op?

Voorbeeldzin: Hij (verbieden) mij dat te doen.

Ik-vorm = verbied. Welke regel gebruik je nu?

Als je weet dat het een PV is, wat schrijf je altijd EERST op?

(Ondervinden) je veel last van die blessure?

1. ondervindt
2. ondervind
3. ondervint

Piet (verbinden) zijn ene veter aan de andere.

1. verbind
2. verbindt
3. verbint

Wat is dus DE regel die je gebruikt bij de PVTT? De regel die altijd werkt?

Theorie (korte en lange klanken)

Woorden kun je in klankgroepen verdelen en die bestaan uit korte of lange klanken: 

Na een lange klank volgt 1 medeklinker:        ko - gel           ta - kel

Na een korte klank volgen 2 medeklinkers:        pit - ten          zak - ken

brood	brood	br oo d = lange klank	1 klankgroep
kroket	kro-ket	kr o = lange klank ket = korte klank	2 klankgroepen
hagelslag	ha-gel-slag	h a = lange klank g e l = korte klank sl a g = korte klank	3 klankgroepen

De a in 'hamer' klinkt als

1. een lange klinker
2. een korte klinker

De u in 'muggen' klinkt als

1. een lange klinker
2. een korte klinker

De o in 'spotten' klinkt als

1. een lange klinker
2. een korte klinker

De e in 'wezen' klinkt als

1. een lange klinker
2. een korte klinker

De a in 'wangen' klinkt als

1. een lange klinker
2. een korte klinker

Schrijf een woord op met een E die lang klinkt als een EE

En nu werken jullie!

H4.5