Leesvaardigheid Klas 4KB

Goodmorning!!
Rules during online class:

  1. Your microphones are switched off
  2. If you want to say something mention your name first.
  3. Or write in the chat.
  4. Put your phone out of sight.
1 / 41
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Goodmorning!!
Rules during online class:

  1. Your microphones are switched off
  2. If you want to say something mention your name first.
  3. Or write in the chat.
  4. Put your phone out of sight.

Slide 1 - Slide

4

Slide 2 - Video

00:58
STAP 1
STAP 2
STAP 3
STAP 4
ORIENTEREN
LEES DE VRAAG + ANTWOORDEN
LEES DE TEKST
BEANTWOORD DE VRAAG

Slide 3 - Drag question

02:40
A. LENGTE
B. TITEL
C. AFBEELDING
D. AUTEUR & BRON 
Tijd inschatten
Tekst helemaal lezen of alleen de alinea's?
Vaak een vraag over. 
Geeft al informatie over de tekst.
Helpen bij het tekstbegrip.
Soms een vraag over.
Helpt bij het inschatten van het genre.

Slide 4 - Drag question

05:11
Pas 
Stap 1 Oriënteren 
toe bij deze tekst. 

Slide 5 - Slide

05:30
Welke 5 vraagsoorten zijn er?

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Signaalwoorden 
1.   Signaalwoorden >opsomming
2.   Signaalwoorden >reden / oorzaak / gevolg
3.   Signaalwoorden >relativering / beperking
4.   Signaalwoorden >contrast / tegenstelling
5.   Signaalwoorden >vergelijking
6.   Signaalwoorden >voorwaarde
7.   Signaalwoorden >voorbeeld
geven
8.   Signaalwoorden >tijd
9.   Signaalwoorden>informatie toevoegen
10. Signaalwoorden> doel

Slide 10 - Slide

Waarom signaal woorden?
Een signaalwoord is een woord of woordgroep waarmee een bepaald verband wordt aangegeven tussen verschillende alinea's of zinnen. 

Door signaalwoorden kun je als lezer 'signaleren' dat er in de tekst sprake is van bijvoorbeeld een tegenstelling, een chronologisch verband of een oorzaak en gevolg.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Ten eerste, tweede, derde
Bovendien
verder
ook
toevoegen
En
First of all, firstly, secondly, thirdly
Besides, moreover, what is more
Furthermore
Also, too. as well as
To add, adding, in addition to this
And

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Due to, because of
Because, as
reason
Cause, origin
As a result of
Because of this
Because, for
Since, as
So that
Doordat
Omdat
Reden
Oorzaak
Als gevolg van
Zodat
Daarom
Want
Aangezien

Slide 15 - Drag question

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Vergelijking
What does 'net als' mean?
A
similarly
B
Just like/as
C
The same (as)

Slide 19 - Quiz

Vergelijking:
What does ' gelijkwaardige manier' mean?
A
Just like/as
B
similarly
C
the same (as)

Slide 20 - Quiz

Vergelijking:
What does 'hetzelfde' mean?
A
The same (as)
B
similarly
C
just like/as

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

as well (as) = evenals / ook => informatie toevoegen
Instead of = in plaats van => contrast/tegenstelling
less likely = minder waarschijnlijk

Slide 27 - Slide

According to = volgens
However, = echter => contrast / tegenstelling

Slide 28 - Slide

Tries to turn around = veranderen, beter worden
as = terwijl => tijd
goes to show = If you say it just goes to show or it just shows that something is the case. Dat het zo is.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

ADVOCATED <=> SUPPORT = STEUNEN
TO PUBLICLY SUPPORT A PLAN OR WAY OF DOING SOMETHING, ESPECIALLY ONE THAT YOU HAVE SUGGESTED YOURSELF.
IN STEAD OF = IN PLAATS VAN => TEGENSTELLING/CONTRAST
SIMPLY = BIJWOORD MET -LY ZEGT IETS VAN HET WERKWOORD.

Slide 31 - Slide

AS REASONABLE AS = NET ZO REDELIJK ZIJN ALS
BECAUSE = OMDAT => REDEN/OORZAAK
IF = ALS/INDIEN => VOORWAARDE.
SUCH AS = ZOALS => VOORBEELDEN GEVEN.
WHILE = TERWIJL => TIJD.

Slide 32 - Slide

Wie is er voor en wie is er tegen? 

Gregory is tegen
AND SO = DUS/DAAROM => GEVOLG.

Slide 33 - Slide

AS = TERWIJL => TIJD
BEFORE = VOORDAT => TIJD
AFTER = NADAT => TIJD
SALVACE<=>SAVE / RESCUE = REDDEN

Slide 34 - Slide

AFTER = NADAT => TIJD
TACKLED = DEAL WITH A PROBLEM = MET EEN PROBLEEM OMGAAN
In Norfolk, in Kent, in Lincolnshire, in Suffolk zijn allemaal namen van gebieden in Engeland

Slide 35 - Slide

Huiswerk:
In It's Learning zet ik een aantal Engelse teksten.
Zoek in deze teksten zoveel mogelijk signaalwoorden en schrijf de betekenis en de catogorie waartoe ze horen erbij.
Maak ook de vraa()g(en) bij elke tekst.
Mail de teksten met de signaalwoorden "highlighted" en de antwoorden naar:
rooa@marnecollege.nl

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide