What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voorzetsel (tijd en plaats)
Groep 5
Taal blok 3 hoofdstuk 6 les 6
Voorzetsels
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 5
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Groep 5
Taal blok 3 hoofdstuk 6 les 6
Voorzetsels
Slide 1 - Slide
Doel van de les
Ik
kan
een
voorzetsel
herkennen
in een zin en het juiste voorzetsel
gebruiken
.
Slide 2 - Slide
Voorzetsel
Staat voor een woord of woordgroep, bijvoorbeeld voor een zelfstandig naamwoord met lidwoord.
...
naast
het huis.
...
in
de boom.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Waar dient een voorzetsel voor?
Een voorzetsel geeft vaak een plaats (waar) of een tijd (wanneer) aan.
Voorbeelden:
De pen ligt
op
tafel.
We spelen
na
het eten.
Slide 5 - Slide
Bekijk het filmpje
Vraag na het filmpje:
Welk ezelsbruggetje (handigheidje) kun je gebruiken om de
meeste
voorzetsels te herkennen?
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Welk ezelsbruggetje (handigheidje) kun je gebruiken om de meeste voorzetsels te herkennen?
Slide 8 - Open question
Voorzetsels
Slide 9 - Mind map
Wat is het voorzetsel in deze zin:
“Mijn boek ligt nog op het bureau.”
A
Boek
B
Ligt
C
Op
D
Bureau
Slide 10 - Quiz
Wat is het voorzetsel in deze zin:
“Tijdens de wedstrijd was iedereen stil.”
A
Tijdens
B
De
C
Wedstrijd
D
Was
Slide 11 - Quiz
Welk voorzetsel past in deze zin:
“... we naar school gaan, eten we eerst onze boterham op.”
A
Na
B
Op
C
Als
D
Voor
Slide 12 - Quiz
Welk voorzetsel past in deze zin:
“Ik speel in de tuin, ... ons huis.”
A
Tussen
B
In
C
Achter
D
Op
Slide 13 - Quiz
Welke van deze woorden is GEEN voorzetsel?
A
Huis
B
Tussen
C
Na
D
Tijdens
Slide 14 - Quiz
Welke van deze woorden is GEEN voorzetsel?
A
Rond
B
Binnen
C
Vanaf
D
Het
Slide 15 - Quiz
Dus.... je hebt twee verschillende soorten voorzetsels
voorzetsel van tijd (wanneer?)
voorzetsel van plaats (waar?)
Slide 16 - Slide
Noem 3 voorzetsels van tijd (je mag spieken in je boek)
Slide 17 - Open question
Noem 3 voorzetsels van plaats (je mag spieken in je boek)
Slide 18 - Open question
Hoe ging het? Sleep naar de smiley die het beste erbij past.
Slide 19 - Drag question
More lessons like this
Nederlands klas 2: Thema 4, hoofdstuk 2, Voorzetsels
September 2023
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
Taal: voorzetsels
November 2018
- Lesson with
19 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Voorzetsel (tijd en plaats)
April 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 5
Voorzetsel (tijd en plaats)
April 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 5
Voorzetsel (tijd en plaats)
October 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 5
Taal: voorzetsels
May 2021
- Lesson with
16 slides
Taal
Basisschool
Groep 5
Voorzetsel (tijd en plaats)
February 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 5
Voorzetsel (tijd en plaats)
April 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 5