What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
6. Warmte en energie
Warmte verplaatsen
geleiding
Bij geleiding wordt warmte doorgegeven in een stof zonder dat de stof zelf zich verplaatst.
goede warmtegeleiders zijn:
metalen
diamant en grafiet
goede warmte-isolatoren zijn:
rubber
hout
kunststof
animatie
1 / 38
next
Slide 1:
Slide
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo b, k, t
Leerjaar 3
This lesson contains
38 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Warmte verplaatsen
geleiding
Bij geleiding wordt warmte doorgegeven in een stof zonder dat de stof zelf zich verplaatst.
goede warmtegeleiders zijn:
metalen
diamant en grafiet
goede warmte-isolatoren zijn:
rubber
hout
kunststof
animatie
Slide 1 - Slide
Warmte verplaatsen
Warmte verplaatst zich van een plaats met een hogere temperatuur
naar een plaats met een lagere temperatuur.
Hoe groter het temperatuursverschil hoe hoger de warmte-uitwisseling.
Er zijn drie vormen van warmtetransport
- geleiding
- stroming
- straling
Slide 2 - Slide
geleiding
Slide 3 - Slide
Warmte verplaatsen
stroming
Bij stroming wordt warmte getransporteerd
doordat een stof zich verplaatst.
Warmte veroorzaakt uitzetting.
Uitzetting veroorzaakt dichtheidsverschil.
Dichtheidsverschil veroorzaakt stroming.
(warm water/warme lucht drijft op
koud water/koude lucht)
animatie
Waarom is het dom om de vrieskast lang open te laten staan?
Hoe kan het dat je met een vliegtuig zonder moter toch redelijk lang kunt vliegen?
Slide 4 - Slide
Warmte verplaatsen
straling
Bij straling wordt warmte getransporteerd zonder tussenstof
Warmte van de zon bereikt de aarde
door straling
Straling wordt het best geabsorbeerd
door zwarte en doffe voorwerpen
Straling wordt het best weerkaatst
door witte en gladde voorwerpen
Ieder voorwerp zendt stralingswarmte uit.
Hoe hoger de temperatuur,
hoe meer warmte wordt uitgestraald.
Een toepassing hiervan is de
infrarood-fotografie.
Waar woont de wietkweker?
Slide 5 - Slide
Warmte verplaatsen
Koelen
Een verbrandingsmoter produceert behalve beweging heel veel warmte
Koelen dus ....
Hoe raakt een moter zijn warmte kwijt?
Slide 6 - Slide
Warmte verplaatsen
alles gecombineerd
Welke vormen van warmtetransport en waar?
In de ketel wordt gas verbrand.
Hiermee wordt water verwarmd.
Het warme water stroomt via de
leidingen naar de radiatoren.
Slide 7 - Slide
Isoleren
isoleren is het tegengaan van warmteuitwisseling met de omgeving
Koude drank kun je koel houden in een thermosfles
Een vogel zet zijn veren op om warm te blijven
Jantje draagt in de winter warme kleding
Je huis blijft warm dankzij:
Spouwmuren
dubbelglas
isolatiematerialen
Slide 8 - Slide
Op welke manieren kan warmte zich verplaatsen?
A
straling, stroming, spreiding
B
straling, stroming, geleiding
Slide 9 - Quiz
Voor welke manier(en) van warmteverplaatsing is een tussenstof nodig?
A
straling, stroming, geleiding
B
straling, stroming
C
stroming en geleiding
D
straling en stroming
Slide 10 - Quiz
Voorbeelden van stoffen die de warmte goed geleiden zijn ....
A
hout, glas, ijzer en water
B
ijzer, koper, ijs en zand
C
koper, aluminium en goud
D
hout, rubber en diamant
Slide 11 - Quiz
Een verschil tussen stroming en geleiding is dat ...
A
geleiding in alle stoffen plaats vindt
B
stroming alleen in vloeistoffen kan
C
bij geleiding de kleinste deeltjes op hun plaats blijven
D
stroming minder energie kost
Slide 12 - Quiz
Als je de deur van de koelkast opent, valt de koude lucht op de grond
A
tjee, wat een belachelijke onzin
B
nou, dat zou je best kunnen zeggen
Slide 13 - Quiz
Thermiek is ...
A
.. een soort mier
B
.. opstijgende warme lucht
C
.. heel vervelend voor zweefvliegers
D
.. alleen in de zomer mogelijk
Slide 14 - Quiz
Zonnewarmte komt alleen op aarde door straling
A
Waar
B
overdag wel, 's nachts door geleiding en stroming
C
alleen als de zon schijnt
D
niet waar
Slide 15 - Quiz
Warmte van A naar B
is hetzelfde als
kou van B naar A
A
Waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
De snelheid waarmee warmte zich verplaatst is alleen afhankelijk van het temperatuurverschil
A
Waar
B
niet waar
Slide 17 - Quiz
Isoleren is .....
A
zorgen dat de warmte niet naar buiten gaat
B
zorgen dat de kou niet naar binnen komt
C
zorgen dat de kou zich niet verplaatst
D
zorgen dat de warmte zich niet verplaatst
Slide 18 - Quiz
Niet vernieuwbaar
Raakt dus op
Niet duurzaam
Vervuilend
Fossiele brandstoffen
Aardgas, aardolie en steenkool
CO2-uitstoot
Klimaatverandering
opwarming van de aarde
Kernenergie
Stralingsgevaar
"Oude" energie
1
2
Slide 19 - Slide
Verbranden
Voor een verbranding zijn er drie voorwaarden:
een brandstof
(kolen, aardgas, hout.... enz)
zuurstof
ca. 20% van de lucht is zuurstof
ontbrandingstemperatuur
de kop van een lucifer wordt op de
juiste temperatuur gebracht door
wrijving
De verbrandingsdriehoek
Slide 20 - Slide
Volledige- en onvolledige verbranding
(open het HD-bord bestand)
Verbranden
Bij een verbranding reageert een brandstof met zuurstof uit de lucht
Als er voldoende zuurstof aanwezig is verbrand een (schone) brandstof
volledig
tot water en koolstofdioxide (H
2
O en CO
2
)
Is er onvoldoende zuurstof dan is de verbranding
onvolledig
en ontstaat ook Koolstofmono-oxide (CO) en roet/koolstof (C)
Slide 21 - Slide
Verbranden is .....
A
een reactie met zuurstof
B
een vuurtje
Slide 22 - Quiz
Voor een verbranding zijn nodig .....
A
een brandbare stof en zuurstof
B
een brandbare stof en warmte
C
zuurstof en voldoende warmte
D
een brandstof, zuurstof en warmte
Slide 23 - Quiz
Een verbranding is alleen volledig .....
A
als alle brandstof op is
B
als er voldoende zuurstof is
C
als er voldoende brand- en zuurstof zijn
D
als alle zuurstof op is
Slide 24 - Quiz
Bij een onvolledige verbranding ontstaat er ook .....
A
koolstofmono-oxide
B
koolstofmono-oxide en roet
C
roet
D
roet en koolstofdioxide
Slide 25 - Quiz
Koolstofmono-oxide is ...
A
reukloos en giftig
B
kleurloos en giftig
C
reuk- en kleurloos
D
reuk- en kleurloos en giftig
Slide 26 - Quiz
Welk getal staat op plaats a bij een volledige verbranding.
CH4 + .. a .. O2 -----> 2H2O + CO2
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 27 - Quiz
Welke getallen staan op plaatsen a en b bij een volledige verbranding.
C3H8 + .. a .. O2 -----> 4H2O + .. b.. CO2
A
a = 5 en b = 3
B
a = 10 en b = 3
C
a = 10 en b = 6
D
a = 5 en b = 6
Slide 28 - Quiz
Broeikaseffect
klik hier
Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door een aantal gassen in onze atmosfeer
Waterdamp
Methaan (moerasgas)
Zwavel en stikstofverbindingen
Koolstofdioxide
De hoeveelheid koolstofdioxide (en andere broekasgassen) in de atmosfeer neemt toe door o.a. de verbranding van fossile brandstoffen (
meer
)
Dit zorgt voor een
versterkt broeikaseffect
Slide 29 - Slide
Zonder het broeikaseffect zou er geen leven op aarde mogelijk zijn
A
Waar, want dan zou de gemiddelde temperatuur ver beneden het vriespunt liggen
B
Niet waar, het broeikaseffect maakt het leven op aarde op den duur onmogelijk
Slide 30 - Quiz
Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door de stikstof en koolstofdioxide in de lucht
A
Waar
B
Niet waar
Slide 31 - Quiz
Het versterkt broeikaseffect zorgt voor een opwarming van de aarde
A
Waar
B
Niet waar
Slide 32 - Quiz
Gevolgen van de klimaatverandering zijn ..
A
Zwaardere stormen en hevige neerslag of juist droogte
B
Smeltende gletsjers, stijgende zeespiegel en overstromingen
C
Tekorten aan voedsel en drinkwater
D
Toename van bosbranden en groeien van woestijnen
Slide 33 - Quiz
Als we met z'n allen niets doen kan de temperatuurstijging op aarde in het jaar 2100 oplopen tot meer dan 6 graden
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quiz
Als we met z'n allen niets doen kan de temperatuurstijging op aarde in het jaar 2100 oplopen tot meer dan 6 graden
A
waar
B
niet waar
Slide 35 - Quiz
Nederland doet voldoende om klimaatverandering tegen te gaan
K
limaatagenda Nederland
A
eens
B
oneens
Slide 36 - Quiz
Energievormen
vormen
omzettingen
energieomzettingen
Slide 37 - Slide
Wet van behoud van energie
De hoeveelheid energie blijft (bijna) altijd gelijk
animatie
De energie die lijkt te verdwijnen is meestal energie die wordt omgezet in warmte
Rendement
= het aandeel dat wordt omgezet in nuttige energie
gloeilamp
rendement
labels
Slide 38 - Slide
More lessons like this
Nask 4TL H7.5 Energie - Pulsar
September 2021
- Lesson with
41 slides
Natuurkunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
NaSk1 jaar 3 - Les 39: Energie (5.2)
March 2023
- Lesson with
32 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
NaSk jaar 2 - Les 47: Energie (4.3)
May 2024
- Lesson with
45 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
NaSk1 jaar 3 - Les 53: Energie herhaling
June 2023
- Lesson with
42 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
NaSk1 jaar 3 - Les 26: Energie (5.2)
February 2024
- Lesson with
40 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Nask 3TL 3.2 Warmtetransport
October 2024
- Lesson with
34 slides
Natuurkunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
NaSk1 jaar 3 - Les 40: Energie (5.3)
March 2023
- Lesson with
46 slides
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
7.5 Energie
September 2023
- Lesson with
42 slides