What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Grammatica 1.7
Grammatica 1.7 blz. 65
In deze paragraaf herhalen we de zinsdelen persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, en lijdend voorwerp.
En leer je het werkwoordelijke gezegde met een wederkerend werkwoord benomen
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica 1.7 blz. 65
In deze paragraaf herhalen we de zinsdelen persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, en lijdend voorwerp.
En leer je het werkwoordelijke gezegde met een wederkerend werkwoord benomen
Slide 1 - Slide
Les herhaling
* Terugblik
Wat weten we nog?
* Uitleg lesstof:
Herhalen van de lesstof
* Maken:
We kijken samen alle opdrachten nog een keer na.
Verbeter je antwoord als dat nodig is.
* Lesafsluiting
Slide 2 - Slide
Weet je het nog?
Maak ( met potlood ) eerst de instapopdracht op bladzijde 65.
timer
5:00
Slide 3 - Slide
Les 2 blz. 68
Samen nakijken van de opdrachten 6, 7 en 8
Huiswerkcontrole van opdracht 9, 10 en 11
Slide 4 - Slide
Vaste volgorde bij ontleden
Als je zinsdelen gaat benoemen, doe je dat in deze volgorde:
Onderstreep de persoonsvorm.
Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen.
Benoem het werkwoordelijk gezegde.
Benoem het onderwerp.
Benoem het lijdend voorwerp.
Slide 5 - Slide
Onderstreep de persoonsvorm.
Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen.
Benoem het werkwoordelijk gezegde.
Benoem het onderwerp.
Benoem het lijdend voorwerp
1. Jason
eet
een broodje.
2. Jason /
eet
/ een broodje
3. Jason /
eet
/ een broodje.
wg
4. Wie eet? Jason =
onderwep
5. Wie/wat eet Jason?
een broodje = lv
Slide 6 - Slide
Wat is de persoonsvorm?
De leerlingen hebben een werkstuk gemaakt.
A
De leerlingen
B
hebben
C
hebben gemaakt
D
gemaakt
Slide 7 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De leerlingen hebben een werkstuk gemaakt.
A
De leerlingen
B
hebben
C
hebben gemaakt
D
gemaakt
Slide 8 - Quiz
Wat is het onderwerp?
De leerlingen hebben een werkstuk gemaakt.
A
De leerlingen
B
hebben
C
hebben gemaakt
D
gemaakt
Slide 9 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp?
De leerlingen hebben een werkstuk gemaakt.
A
De leerlingen
B
een werkstuk
C
hebben gemaakt
D
een werkstuk gemaakt
Slide 10 - Quiz
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Gisteren
heeft
de hond
een nieuwe mand
gekregen
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
Slide 11 - Drag question
Jorrit
wil
morgen
een appeltaart
bakken.
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
Slide 12 - Drag question
Heb
jij
de afwas
in de keuken
gezet?
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
Slide 13 - Drag question
Julia
maakt
veel gekke filmpjes
voor haar volgers.
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
Slide 14 - Drag question
Benoem het onderstreepte zinsdeel?
Naast het fietsenhok lag
een telefoon met gebarsten scherm
.
A
pv
B
wg
C
o
D
lv
Slide 15 - Quiz
Benoem het onderstreepte zinsdeel?
Deze reis
heb ik via internet geboekt.
A
pv
B
wg
C
o
D
lv
Slide 16 - Quiz
Opdrachten
Maak opdracht
3 t/m 5 (p. 65 -69)
Slide 17 - Slide
More lessons like this
1.7 Grammatica les 1
August 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Grammatica 1.7
May 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
2 kader 1.7 Grammatica - 1
October 2020
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
Week 15 h/v/g
April 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1.7 grammatica
July 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
1.7 Grammatica les 1
April 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 2
Week 17 h/v/g
April 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1