Wie ben ik: ik heet.. etc herhalingen

Unit: Wie ben ik?

1 / 33

Slide 1: Slide

NederlandsISK

This lesson contains 33 slides, with text slides.

Items in this lesson

Unit: Wie ben ik?

Slide 1 - Slide

Vrijdag 13 september

* presenteren

* tellen

* Ik heet, mijn naam is

Slide 2 - Slide

Tellen tot 20

1 - een 11 - elf

2 - twee 12 - twaalf

3 - drie 13 - dertien

4 - vier 14 - veertien

5 - vijf 15 - vijftien

6 - zes 16 - zestien

7 - zeven 17 - zeventien

8 - acht 18 - achttien

9 - negen 19 - negentien

10 - tien 20 - twintig

Slide 3 - Slide

1. Schrijf de cijfers en woorden in je schrift.

2. Oefen 5 minuten met de cijfers

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

BINGO!

Slide 6 - Slide

Dinsdag 17 september

* Tellen

* Wie ben je?

* Kleuren

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Vrijdag 20 september

* Tellen

* werkwoord: hebben en zijn

* Wie ben je

* Duolingo

Slide 9 - Slide

Werkwoord : zijn (to be)

Enkelvoud meervoud

ik ben wij zijn

jij/u bent jullie zijn

hij/zij (she) is zij (they) zijn

Slide 10 - Slide

WERKWOORD HEBBEN (to have)

enkelvoud meervoud

ik heb wij/we hebben

jij, je hebt/u hebt jullie hebben

hij/zij heeft zij hebben

Slide 11 - Slide

Wat doe je thuis met je familie?

hele werkwoorden schrijven

Slide 12 - Slide

Ik heet mevrouw Barends.

Mijn naam is mevrouw Barends.

Ik ben 58 jaar.

Slide 13 - Slide

Wie ben jij?

Hoe heet jij? Ik heet ....

Wat is jouw naam? Mijn naam is ....

Hoeveel jaar ben je? Ik ben ..... jaar

Slide 14 - Slide

De familie

vader moeder zoon dochter zus broer nicht neef oma opa tante oom kind kleinkind grootmoeder grootvader kleindochter kleinzoon baby

Slide 15 - Slide

Dit is Anna

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Dinsdag 24 september

Slide 18 - Slide

Herhaling

Het lichaam

De kleuren

De familie

De werkwoorden: hebben en zijn

https://www.taal-oefenen.nl/taal-groep-5/werkwoorden/bijzondere-werkwoorden/tegenwoordige-tijd/vul-de-juiste-vorm-van-het-werkwoord--hebben--in

Slide 19 - Slide

Dinsdag 1 oktober

Kijken en luisteren:

het langste gezin van Nederland

Herhaling: hebben en zijn

Tijd over? Oefenen: de zin

Slide 20 - Slide

Het langste gezin van Nederland

https://youtu.be/F1oTLONIouE

Slide 21 - Slide

Vrijdag 4 oktober - Wereld dierendag

Slide 22 - Slide

* nog een keer:

werkwoorden (verbs) : HEBBEN en ZIJN

* oefening: de zin

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Oefening: de zin

Slide 25 - Slide

Dinsdag 15 oktober

Formative lezen

Slide 26 - Slide

Dinsdag 15 oktober

Nederlands lezen

Slide 27 - Slide

Een stamboom maken

De stamboom - family tree

1. Maak de stamboom van jouw familie: eerst in je schrift (draft version), daarna op een poster.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

We gaan een tekst schrijven

Slide 31 - Slide

mevrouw Barends

Ik ben mevrouw Barends. Ik ben getrouwd met Hans. Ik heb twee kinderen, dat zijn mijn zoons: Ko is 26 jaar en Flip is 23 jaar.

Mijn moeder is 85 jaar. Mijn vader is 87 jaar.

Mijn opa's en oma's zijn al heel lang dood.

Ik heb een zus en een broer. Mijn zus woont in Spanje, in Valencia.

Slide 32 - Slide

En nu jullie!

Ik ben.......

Slide 33 - Slide