Wortel- of knolgewassen= knol of wortel eten
Stengelgroenten= stengels worden gegeten
Bladgroenten= eten van de bladeren
Vruchtgroenten= kleurrijke soorten
Peulvruchten= groenten die in een peul groeien
Koolsoorten= broccoli en bloemkool
Uigewassen= sterke geur verspreiden