What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 5 productzorg zalven
Productzorg
Les 5
Zalven & andere dermatica
Kwaliteitseisen
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Productzorg
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Productzorg
Les 5
Zalven & andere dermatica
Kwaliteitseisen
Slide 1 - Slide
Inhoud deze les
Terugblik vorige les
Zalven
Gels
Vloeibare dermatica
Kwaliteitseisen
Bespreken opdracht concentraties
Concentraties berekenen
Slide 2 - Slide
Wat is de FNA naam van een zalf?
A
Cremor
B
Unguentum
C
Emulsie
D
Suspensie
Slide 3 - Quiz
Wat is de FNA naam van een gel?
A
Unguentum
B
Schudmixtuur
C
Mucilago
D
Collodium
Slide 4 - Quiz
Welke crème heeft de eigenschappen van een zalf?
A
O/W crème
B
W/O crème
Slide 5 - Quiz
Wat is de FNA naam van koelzalf?
A
Unguentum cetomacrogol
B
Cremor lanette I
C
Unguentum aquosum
D
Unguentum leniens
Slide 6 - Quiz
Een W/O crème hoef je niet te conserveren
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Zalven
Hydrofobe basis;
Basis bestaat uit vetten of de zalfbasis bestaat uit één of meer met vet mengbare stoffen
Vast, halfvast of vloeibaar
Slide 8 - Slide
Voorbeelden vetten
Vaste vetten
Cera lanette SX (alcohol cetylicus et stearylicus emulsificans B)
Cera alba en cera flava
Halfvaste vetten
Vaseline album
Ung cetomacrogolis FNA
Ung lanette FNA
Vloeibare vetten
Cetiol V
Paraffine liquidum
Slide 9 - Slide
Bereiden vetten
Halfvaste en vloeibare vetten kun je mengen
Wanneer de zalf een vast vet bevat altijd smelten op een waterbad
Vervolgens roeren tot bekoelen
Slide 10 - Slide
Wat is een gel? En voor welk huidtype is deze geschikt?
Slide 11 - Open question
Gel
Mucilago
Vloeistof die onder invloed van een geschikte stof zodanig viskeus is geworden
Bestaat uit hydrofiele vloeistof
Water, glycerol, propyleenglycol, alcohol
Met viscositeitverhogende stof
Methylcellulose, carbomeer, methylhydroxypropylcellulose
Slide 12 - Slide
Eigenschappen gel
Dikvloeibaar
Of halfvast
Gemakkelijk smeerbaar
Met water afwasbaar
Kunnen stoffen in verwerkt worden
Indrogend effect
Slide 13 - Slide
Eigenschappen gel
Noodzakelijk
En een humectans om uitdrogen te voorkomen
Bevochtiger
Sorbitol 70%
Propyleenglycol
Glycerol 85%
Slide 14 - Slide
Overige dermatica
Lotions
Hydrofiele oplossing cutaan gebruik
Bij acute natte huidaandoeningen
Clindamycinelotion
Schudmixturen
Hydrofiele suspensie
Vloeibare water fase, soms met alcohol
Voorkomen dat huid uitdroogt; toevoegen propyleenglycol
Slide 15 - Slide
Overige dermatica
Smeersels
Emulsie
Allerlei vormen
Soms bestaande uit water en soms uit vet
Slide 16 - Slide
Kwaliteitseisen (1)
Basis wordt gekozen in relatie tot de zieke huid
Basis moet verenigbaar zijn met de werkzame bestanddelen die verwerkt worden
Basis mag niet irriterend werken of overgevoeligheid veroorzaken
Basis zorgt ervoor dat het werkzame bestanddeel goed door de huid wordt opgenomen
Slide 17 - Slide
Kwaliteitseisen (2)
De werkzame bestanddelen moeten fijn verdeeld zijn in de basis (deeltjesgrootte)
Het bereide preparaat moet stabiel zijn en dus zodanig bereid en verpakt dat er geen ontleding optreedt
Slide 18 - Slide
Verpakken & etiketteren
De verpakking hangt samen met de aard van de inhoud, het gebruiksdoel, de stabiliteit en het gebruiksgemak
Zalven en pasta's in glazen of kunststof potjes
Crèmes in tubes
Vloeibare dermatica in flessen
Denk aan 'niet om in te nemen' en omschudden
Slide 19 - Slide
Leren toets
Uit productzorg voor apothekersassistenten:
Hoofdstuk 2; Arbeid en milieu bij het werken in de apotheek
Hoofdstuk 3; Werken met procedures en protocollen
Hoofdstuk 12: Dermatica
En alle presentaties & opdrachten
Slide 20 - Slide
Quizziz
joinmyquiz.com
Slide 21 - Slide
Bespreken opdracht vorige week
Hoeveel mg werkzame stof bevat deze créme per gram?
1 gram = 1000 mg
1000 mg in 100 gram
Wat zit er dan in 1 gram?
10 mg/g
Slide 22 - Slide
2.
100 mg in 100 gram
Wat zit er dan in 1 gram?
1 mg/g
Slide 23 - Slide
3.
10 gram = 10000 mg
10000 mg in 100 gram
Wat zit er dan in 1 gram?
100 mg/g
Slide 24 - Slide
4.
500 mg in 100 gram
Wat zit er dan in 1 gram?
5 mg/g
Slide 25 - Slide
5.
3 gram = 3000 mg
3000 mg in 100 gram
Wat zit er dan in 1 gram?
30 mg/g
Slide 26 - Slide
Aan de slag!
Nieuwe opdracht concentraties berekenen
+ procenten
Slide 27 - Slide
Volgende keer
Toets
Starten met vloeibare toedieningsvormen
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Les 5 productzorg zalven
September 2024
- Lesson with
25 slides
Productzorg
MBO
Studiejaar 1
Les 4 productzorg dermatica
September 2024
- Lesson with
22 slides
Productzorg
MBO
Studiejaar 1
les 13; dermatologische preparaten
January 2022
- Lesson with
17 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 1
Periode 4 les 2 vloeibare toedieningsvormen
September 2024
- Lesson with
28 slides
Productzorg
MBO
Studiejaar 1
230224 Dermatica vervolg
February 2023
- Lesson with
46 slides
BSP
MBO
Studiejaar 3
Module 2 les 2 vloeibare toedieningsvormen
November 2024
- Lesson with
33 slides
Productzorg
MBO
Studiejaar 1
Les 6 productzorg kwaliteitseisen
September 2024
- Lesson with
10 slides
Productzorg
MBO
Studiejaar 1
Les 6 productzorg kwaliteitseisen
November 2024
- Lesson with
10 slides
Productzorg
MBO
Studiejaar 1