230224 Dermatica vervolg

24-2-23
Dermatica Huidaandoeningen
1 / 46
next
Slide 1: Slide
BSPMBOStudiejaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

24-2-23
Dermatica Huidaandoeningen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je kent meerdere toedieningsvormen voor op de huid
  • Je kan meerdere huidaandoeningen noemen en je weet hoe deze behandelt kan worden 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

wie wordt de klassenvertegenwoordiger?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Ga naar Kahoot 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Welke soorten dermatica ken je in het latijn?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Als je een droge huid hebt, wat voor soort basis zou je dan kiezen en waarom

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat vind je nog moeilijk van dermatica?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welke 2 basiscremes zijn er?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Let op!
Voor kerntaak 3 is het ook heel belangrijk dat je alle hulpstoffen kent! 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Nakijken 

Maak opdracht 
Bereiden dermatica 1 t/m 6

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Welke vraag was nog onduidelijk?
(vraag 1 tm 6)

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Vraag 1:
Smeer een beetje cetomacrogol zalf en een beetje cetomacrogol crème op
je hand. Welke basis (zalf of crème) zou je voor jezelf kiezen als je een
aandoening op je hand zou hebben?

Slide 28 - Open question

Creme smeert makkelijker en is makkelijker af te wassen; zalf is vetter en slechter afwasbaar. Het trekt minder goed in. maar werkt soms beter
(Theorie: nat met nat en droog met droog behandelen;
creme is waterig = nat; zalf is niet-waterig (hydrofoob) = droog; meeste eczeem is droog, dus theoretisch een zalf, maar een creme is practische)

Vraag 2:
Voor een droge huid wordt een andere bases gebruikt als voor een natte huid. Wat is het verschil van de voorgeschreven bases?

Slide 29 - Open question

Droge huid ->veel vet -> sluit af waardoor het vocht niet kan verdampen en de huid gehydrateerder wordt
Natte huid ->veel water -> verdampt en neemt dan vocht uit de huid mee -> is indrogend

Vraag 3:
Waarom kiest men een lotion als een geneesmiddel op een behaarde hoofdhuid moet worden aangebracht?

Slide 30 - Open question

Een lotion is makkelijker te verwijderen uit haar dan een creme, en prettiger aan te brengen
Vraag 4
Neem de belangrijke punten van de bereiding van een Hydrofiele crème over uit het LNA, met een stamper en mortier

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Vraag 5:
Neem de belangrijke punten van de bereiding van een Hydrofobe crème over uit het LNA, met de stamper en mortier

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Vraag 6:
Neem de belangrijke punten van de bereiding van een Zalf over uit het LNA, zoek bij punt stamper en mortier

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

nakijken 
Dermatica opdracht vraag 7 tm einde 

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

7 Cera lanette(Alcohol cetylicus et stearylicus emulsificans B) en cera cetomacrogol (Cera cetomacrogolis emulsificans)
8.Sorbinezuur is vluchtig bij verwarmen;het zou zonder afdekken kunnen verdampen
9.* bevatten water waarin bacteriën makkelijk kunnen groeien; in tube is de opening kleiner dan in zalfpot. Let op materiaal tube (geen plastic)
* Creme kan in een pot makkelijker uitdrogen (verdampen water)
10. andere emulgator en cetomacrogol iets meer sorbinezuur (50mg)
12.Lanette II bevat minder water en wordt gebruikt wanneer de crème een te dun preparaat zou worden bij toevoegingen.
13. LNA-procedures-> toedieningsvormen-> dermatica-> dermatica onverenigbaarheden 
14.Oplossen in de basis soms onder verwarmen
Mengen met de basis Dit kan met vloeibare of halfvaste stoffen
Afwrijven met de basis Stoffen die niet mengbaar zijn of oplossen; dan worden de mengregels toegepast, zoals ook bij poeder (capsules)


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Vraag 7
Noem twee O/W emulgatoren die in crèmes worden gebruikt.

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Vraag 8:
Geef aan waarom na het toevoegen van sorbinezuur aan het kokendewater de erlenmeyer direct moet worden afgesloten.

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Vraag 9:
Waarom moeten ondanks alle genoemde hulpstoffen, crèmes toch in een tube worden afgeleverd?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Vraag 10:
Zoek de samenstelling van Lanette crème op en geef aan waarin de samenstelling verschilt met die van de Cetomacrogol crème.

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

meest vet
Iets minder vet 
Nog minder vet 
Minst vet 
Cetomacrogol creme
Cetomacrogol zalf 
Vaseline cetomacrogol creme
Cetomacrogol  smeersel 

Slide 41 - Drag question

This item has no instructions

Vraag 12:
Geef aan wanneer men gebruik maakt van de Lanette II crème.

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Lanette I creme 
Lanette II creme 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Vraag 13
Waar kan je op de kennisbank vinden of een stof niet verwerkt kan worden in een creme of andere bases?

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Vraag 14:
Hoe kan je een geneesmiddel in een zalf of crème verwerken?

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Vragen? 

Slide 46 - Slide

This item has no instructions