Thema 4 Ordening BS2 Bacteriën

Bacteriën
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bacteriën

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Herhalen basisstof 1
  2. Uitleg basisstof 2
  3. Werken aan de opdrachten 

Slide 2 - Slide

Wat betekent het woord ordenen?
A
Het indelen in groepen op basis van gemeenschappelijke kenmerken
B
Eencellig organisme
C
Verdelen in domeinen en rijken
D
Hoe de cellen eruit zien

Slide 3 - Quiz

Welke kenmerken gebruiken we bij biologie om organismen te kunnen ordenen?
A
Grootte
B
Kleur
C
Celkenmerken
D
Domeinen

Slide 4 - Quiz

Welke 2 domeinen zijn er?

Slide 5 - Open question

Welke cel hoort bij welk domein/rijk?
Schimmels
Dieren
Planten
Bacteriën

Slide 6 - Drag question

Het domein bacteriën
  • Altijd eencellig
  • Geen celkern
  • Wel celwand
  • Geen vacuole
  • Geen bladgroenkorrels

Slide 7 - Slide

Voortplanting
  • Deling
  • Iedere keer als een bacterie zich deelt ontstaan er 2 bacteriën die zich ook weer gaan delen
  • Gaat heel snel!!

Slide 8 - Slide

Als een bacterie iedere 10 minuten kan delen, hoeveel bacteriën heb je dan na 60 minuten? (Je begint met 1 bacterie)
A
32
B
4
C
64
D
24

Slide 9 - Quiz

Hoe bereken je dit?
De bacterie deelt zich elke 10 minuten dus
  1. Na 10 minuten zijn er 2
  2. Na 20 minuten zijn er 4
  3. Na 30 minuten zijn er 8
  4. Na 40 minuten zijn er 16
  5. Na 50 minuten zijn er 32
  6. Na 60 minuten zijn er 64

OF 2x2x2x2x2x2=64

Slide 10 - Slide

Wanneer is een bacterie schadelijk?

Slide 11 - Mind map

Wanneer is een bacterie nuttig?

Slide 12 - Mind map

Schadelijk

  1. Bacteriën kunnen voedsel laten bederven
  2. Bacteriën kunnen ons ziek maken --> bacteriële infectieziekten


Nuttig

  1. Darmbacteriën helpen ons bij het verteren van eten
  2. Huidbacteriën beschermen ons
  3. Bacteriën ruimen dode organismen op
  4. Bacteriën worden gebruikt bij het maken van eten

Slide 13 - Slide

Huiswerk
  1. Maak online opdracht 5, 6 (a t/m g) en 8 van thema 4 basisstof 2
  2. Schrijf alle dikgedrukte woorden op uit basisstof 3 met de betekenis erachter

Slide 14 - Slide