This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
This lesson:
Welcome
last lesson
Together:
- video: your style
- recap talking about the past
- mindmap
By yourself:
- work on your workbooks in teams
- work on your mindmap
Bufferweek
Slide 1 - Slide
Describe your style in 1 word.
My style
Slide 2 - Mind map
Slide 3 - Video
Next: recap
- words and sentences -
Slide 4 - Slide
Translate "dragen" to English
A
to offer
B
to wear
C
to dress up
D
to borrow
Slide 5 - Quiz
Which word doesn't fit?
A
packaging
B
old fashioned
C
to suit someone
D
fashionable
Slide 6 - Quiz
Welke van deze 2 zinnen is verleden tijd en afgelopen?
A
I wore a lot of sweaters when I was little.
B
I have worn earrings since I was 10 years old.
Slide 7 - Quiz
My cousin ______ as a designer at Calvin Klein in 2015.
A
worked
B
has worked
Slide 8 - Quiz
Maak een zin over jezelf in het Engels over iets wat is afgelopen. (p. 10?)
Slide 9 - Mind map
Mindmap
My style
Je omschrijft je favoriete kleding items en legt uit waarom je deze hebt gekozen.
(Je schrijft hierbij in de tegenwoordige tijd – present simple)
Fashion history
Je omschrijft een outfit uit de verleden tijd (geschiedenis of familielid), vergelijkt dit met jouw kledingstijl (Je schrijft hierbij in de verleden tijd - past simple) en je geeft je mening hierover.
future
Vertel over de ‘fashion’ voorspelling voor de toekomst en je geeft je mening hierover. (Je schrijft hierbij in de toekomstige tijd - future)