Di- en Polyhybride Kruisingen

• Biologie
• Middelbare school

DOELSTELLINGEN

Je kunt het stappenplan voor een kruisingsvraagstuk uitvoeren bij mono-, di- en polyhybride kruisingen en conclusies trekken over P, F1, F2 generaties

Kk: kuif, kk: geen kuif, KK: dood
Een kuifkanarie wordt gekruist met een kuifloze kanarie. Hoeveel % van de kuikens heeft een kuif?

Alle nakomelingen worden onderling gekruist. Hoeveel % van de kleinkinderen van het 1e paar heeft een kuif?

Dihybride

A: zwart, a: geen zwart

E: rood, e: geen rood

Homozygoot zwarte slang x

Homozygoot rode slang

Genotypen en fenotypen in F2?

Stappen

1 Genotypen ouders (diploid!)

2 Mogelijke gameten

3 Uitgebreid kruisingsschema

4 Kansen berekenen

Pak een blad om mee te rekenen

Optie een: kruisingsschema: AaEe x AaEe

Optie 2

Werk een monohybride kruising uit voor Zwart

Werk een monohybride kruising uit voor oranje

Vermenigvuldig de kansen

AABbCcddEe x aaBbCCDdee
bereken de kans op AaBBCCDdee
(noteer een breuk 1/2, 1/3, 1/4, etc)

OEFENEN

kroonbladeren
P: smal, wit en niet ingesneden x breed, rood , diep ingesneden
F1: 100% ovaal, rose en ondiep ingesneden zijn.

Van welk percentage van de F2 kan met zekerheid het genotype voor alle betrokken kenmerken worden vastgesteld?

1. 100
2. 75
3. 50
4. 6.25

kleurloze grondstof -------1------> gele kleurstof -------2------> blauwe kleurstof
allel E: kan enzym 1 maken, allel F: kan enzym 2 maken

twee blauwe druivenplanten kruisen onderling. De F1 bestaat bestaat uit zowel planten die blauwe druiven maken als planten die gele druiven maken.
Van welke kruising is dit het resultaat?

1. EeFF x EeFF
2. eeFF x EEFF
3. EEFf x EEFf
4. EEFf x EeFF