X-chromosomale kruisingen

PLANNING
toets, week 18 November
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

PLANNING
toets, week 18 November

Slide 1 - Slide

AABbCcddEe x aaBbCCDdee
bereken de kans op AaBBCCDdee
(noteer een breuk 1/2, 1/3, 1/4, etc)

Slide 2 - Open question

kroonbladeren
P: smal, wit en niet ingesneden x breed, rood , diep ingesneden
F1: 100% ovaal, rose en ondiep ingesneden zijn.

Van welk percentage van de F2 kan met zekerheid het genotype voor alle betrokken kenmerken worden vastgesteld?
A
100
B
75
C
50
D
6.25

Slide 3 - Quiz

kleurloze grondstof -------1------> gele kleurstof -------2------> blauwe kleurstof
allel E: kan enzym 1 maken, allel F: kan enzym 2 maken

twee blauwe druivenplanten kruisen onderling. De F1 bestaat bestaat uit zowel planten die blauwe druiven maken als planten die gele druiven maken.
Van welke kruising is dit het resultaat?
A
EeFF x EeFF
B
eeFF x EEFF
C
EEFf x EEFf
D
EEFf x EeFF

Slide 4 - Quiz

Kun je nu di- en polyhybride kruisingsvraagstukken oplossen?
A
Ja, ik maak alleen Joost 2 en 3
B
Soms, ik maak ook extra oefeningen
C
Nee, ik kom in KWT oefenen

Slide 5 - Quiz

Kun je nummers lezen?

Slide 6 - Slide

Kleurenblindheid
1  op de 12 mannen
1 op de 250 vrouwen

Zouden we het verschil tussen mannen en vrouwen bij sommige erfelijke eigenschappen kunnen verklaren??

Slide 7 - Slide

Doelstellingen
  • Je weet hoe geslacht bepaald wordt bij zoogdieren
  • Je kunt het stappenplan voor kruisingsvraagstukken toepassen bij eigenschappen die op het X-chromosoom liggen
  • Je kunt uit een stamboom afleiden of eigenschappen X-chromosomaal kunnen overerven.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Autosomaal / X-chromosomaal
Open BINAS 70B, dit is een karyogram

Chromosoomparen 1 t/m 22 zijn Autosomen
Chromosoompaar 23 kan bestaan uit:
  • 2 X-chromosomen (vrouw)
  • een X- en een Y-chromosoom (man)

Slide 10 - Slide

Het gen voor een autosomale eigenschap kan liggen op:
A
Het X-chromosoom
B
Het Y-chromosoom
C
Chromosoom 1
D
Elk van chromosoom 1 t/m 22

Slide 11 - Quiz

KEUZE
Je snapt monohybride en dihybride kruisingen:
  • lees de theorie bij Joost de Guppykweker opdr 4 en doe de opdracht. (NIET eerst 2 en 3 afmaken)

Je snapt dat nog niet:
  • Luister naar de uitleg en maak aantekeningen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

STAMBOMEN (HH)
Schrijf als het mogelijk is altijd in de stamboom!

1) Wat is dominant, wat is recessief -> volgende dia
2) Noteer in de stamboom welke individuen homozygoot recessief zijn
3) Bepaal welke individuen heterozygoot moeten zijn
4) Welke individuen homozygoot dominant zijn is niet altijd vast te stellen

Intermediair/Codominant is makkelijker :)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Is uit de stamboom af te leiden of dit allel autosomaal of X-chromosomaal overerft?
A
Ja, de ziekte erft autosomaal over.
B
Ja, de ziekte erft X-chromosomaal over.
C
C. Nee, dit is niet hieruit op te maken.

Slide 17 - Quiz

Ik snap nu X-chromosomale kruisingen
A
Ja, ik maak alleen Joost 4
B
Gedeeltelijk, ik maak Joost 4 en oefenopgaven
C
Nee, ik kom in KWT oefenen en vragen stellen

Slide 18 - Quiz