2.5 Bacteriën, schimmels en planten 5H herhaling 2425

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.5 Bacteriën, schimmels en planten

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
2.5 Bacteriën, schimmels en planten

Slide 1 - Slide

Doel 2.5
Je benoemt de verschillen en overeenkomsten tussen bacteriën en schimmelcellen.
Je benoemt de functies van de onderdelen van een plantaardige cel.
Je benoemt op celniveau de eigenschappen van planten, dieren, schimmels en bacteriën.


Slide 2 - Slide

Bacteriecellen (prokaryoot)
DNA:
cirkelvormig DNA vrij in het cytoplasma

Slide 3 - Slide

Bacteriecellen (prokaryoot)
Plasmide:
klein cirkelvormig DNA molecuul

Slide 4 - Slide

Bacteriecellen (prokaryoot)
Celwand: altijd aanwezig

Slide 5 - Slide

Bacteriecellen (prokaryoot)
Flagellen: zweepharen, voor voortbeweging

Slide 6 - Slide

Schimmelcellen (eukaryoot)
Celwand (chitine), vacuole.

Slide 7 - Slide

Eencellige schimmels: gist
Bij de afbraak van glucose (buiten de mitochondriën) produceren ze alcohol en CO2.
Hierdoor wordt brood luchtig en krijgen bier en wijn hun alcohol.

Slide 8 - Slide

Meercellige schimmels: paddenstoelen
Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen (sporenvormers/ verspreiders) van schimmels.
Het grootste deel van het organisme bevindt zich onder de grond (schimmeldraden)

Slide 9 - Slide

Plantencellen 
celmembraan ✔
celkern ✔
kernlichaampje ✔
kernmembraan ✔
chromosoom ✔
ribosoom ✔
mitochondrium ✔


glad er ✔
ruw er ✔
golgi-systeem ✔
lysosoom ✔
tranportblaasje ✔
celskelet ✔
centrosoom X

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Plantencellen 
Celwand: extracellulaire laag, gemaakt van cellulose of lignine (houtstof).
Geeft de plantencel vorm en stevigheid.

Slide 12 - Slide

Plantencellen 

Slide 13 - Slide

Plantencellen 
(centrale) vacuole:
grote blaas (membraan) met water en opgeloste stoffen (soms kleurstoffen, bijv paars)

Slide 14 - Slide

Plantencellen 
bladgroenkorrels/ chloroplasten: hier vindt fotosynthese plaats (aanmaak van glucose met water en CO2).
Groene plastide.

Slide 15 - Slide

Plantencellen 
andere plastiden: amyloplasten: opslag zetmeel
chromoplasten: kleurstofkorrels (geel - rood)

Slide 16 - Slide

Plantencellen
Plastiden kunnen in het leven van een plant veranderen van de een naar de ander


Slide 17 - Slide

Vier rijken - celkenmerken
Autotroof: maakt eigen voedingsstoffen
Heterotroof: voedingsstoffen uit andere organismen

Slide 18 - Slide

Vier rijken - celkenmerken
Prokaryoot: zonder celkern
Eukaryoot: met celkern

Slide 19 - Slide

Plant of dier?

Slide 20 - Slide