4H 2.5 Bacteriën, schimmels en planten

H2 Cellen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H2 Cellen

Slide 1 - Slide

Deze les:
PO presentaties (20 min): 
- Lianne, Jolijn, Selin en Tess
- Julia, Olivier en Maas

- Stencil: de cel als fabriek
- Uitleg 2.5 Bacteriën, schimmels en planten
- Oefenen

Slide 2 - Slide

Beoordeling presentatie

Duur 10 min

Slide 3 - Slide

2.5 Leerdoelen
15. Je benoemt de verschillen en overeenkomsten tussen bacteriën en schimmelcellen.
16. Je benoemt de functies van de onderdelen van een plantaardige cel.
17. Je benoemt op celniveau de eigenschappen van planten, dieren, schimmels en bacteriën.

Slide 4 - Slide

Bacteriecel
Bacteriën zijn eencellig en hebben geen celkern (prokaryoot)

Hun chromosoom ligt los in het cytoplasma en bestaat uit cirkelvormig DNA (plasmiden). 

Om de cel bevindt zich een celwand. 

Slide 5 - Slide

Schimmelcel
Schimmelcellen zijn eukaryoot: het DNA bevindt zich in een kern. 
Naast de kern hebben ze in het cytoplasma dezelfde organellen als dierlijke cellen. De cel is omgeven door een celwand. 

Slide 6 - Slide

Plantencel
Plantencellen zijn eukaryoot en omgeven door een celwand. 

In plantencellen zit een grote vacuole: een met vloeistof gevulde blaas. 

Daarnaast hebben plantencellen plastiden in hun cytoplasma: chloroplasten (bladgroenkorrels), chromoplasten en amyloplasten.  


Slide 7 - Slide

Vier rijken - celkenmerken
Autotroof: maakt eigen voedingsstoffen
Heterotroof: voedingsstoffen uit andere organismen

Slide 8 - Slide

Vier rijken - celkenmerken
Prokaryoot: zonder celkern
Eukaryoot: met celkern

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Opdrachten
- Maken 2.5 opdrachten bij leerdoelen 15 t/m 17 (=HW)

Slide 11 - Slide