M4 March 5th chapter 5 (5)

programme 4C
1. read TB page 106 voca C/ D
2. check ex. 19, 20
3. explain grammar 14
4. Do + check ex 24, 25 WB page 43/44
5. Do WB page 55/56 ex. 7, 8, 9
6. Duo's mondeling maken
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

programme 4C
1. read TB page 106 voca C/ D
2. check ex. 19, 20
3. explain grammar 14
4. Do + check ex 24, 25 WB page 43/44
5. Do WB page 55/56 ex. 7, 8, 9
6. Duo's mondeling maken

Slide 1 - Slide

programme

1. read TB page 106 voca G

2. explain grammar 14

3. Do + check ex. 25 WB page 44

2. check ex.16,  17, 18, 19,
3. do + check test yourself WB page 45-47
4. practise/ prepare oral exam

Slide 2 - Slide

programme 4D

1. read TB page 106 voca G

2. explain grammar 14

3. Do + check ex. 25 WB page 44

4. check ex.16,  17, 18, 
5. explain oral exam
6. Do ex 7, 8, 9 WB page 55/56

Slide 3 - Slide

              Grammar 10

                 relative clauses


         betrekkelijke bijzinnen

Slide 4 - Slide

Je gebruikt een betrekkelijke bijzin als je extra informatie over iets of iemand wilt geven. Zo'n bijzin begint in het Nederlands met 'die'of 'dat'

Het meisje, dat gisteren de wedstrijd won, is pas 16 jaar oud.


In het Engels begint een betrekkelijke bijzin (relative clause) meestal met

who

which

that

Slide 5 - Slide


who  bij personen

The boy, who is walking there, is my friend.


which   bij dieren en dingen

Is this the book, which you are looking for ?

Do you see the cat which is lying on the roof ?


That bij personen, dieren, dingen (informeler)

The postcard that I sent two weeks ago, arrived yesterday.



Slide 6 - Slide


Soms mag / kan je het betrekkelijk voornaamwoord weglaten. Meestal  'voel je aan' of dit kan of niet. Is de bijzin nodig om te begrijpen over wie / wat de zin gaat, dan kun je who / which/ that vaak weglaten.

 Als je het niet zeker weet, kun je het beter niet weglaten.


Have you found the key (which) you lost ?


Slide 7 - Slide


Soms geeft een bijzin alleen extra informatie. In deze bijzinnen gebruik je nooit that maar altijd who (personen) of which (dingen / dieren) Zo'n bijzin staat altijd tussen komma's.


My uncle George, who lives in Canada, visited us last week.


The vase, which was hand-made, looks great.

Slide 8 - Slide

signaalwoorden

tegenstelling                         uitbreiding                         tijd

     but                                                and                               now(adays)

    however                                      also                              while

    while                                           

    although

Slide 9 - Slide

Homework

Study TB page 105/106 voca A-G, stone 13/ 14, grammar 14

Do ex. 7, 8, 9 WB page 55/56

Slide 10 - Slide

Homework

Slide 11 - Slide

17
population - bevolking

estimated - geschat

forebears - voorvader

presence - aanwezigheid

seminal - vruchtbaar

distinctive - onderscheidend, kenmerkend

further - bevorderen, vooruithelpen

considerable - aanzienlijk


Slide 12 - Slide

18
1 C

2 parades organiseren, rivieren groen verven en groene kleren dragen

3 B

4 A T

  B F

  C T

5 Emerald Isle

6 A


Slide 13 - Slide

19
1 Compared to England, India has a lot of people working abroad.

Vergeleken met Engeland, heeft India veel mensen die in het buitenland werken.

2 I'm sorry, but what do you mean by 'multicultural'?

Het spijt me, maar wat bedoel je met 'multicultureel'?

3 Our country has become a more sustainable society than it was in the past.

Ons land is een duurzamere maatschappij geworden dan het vroeger was.

4 'To work like a dog' is a common expression that means 'to work very hard'.

'To work like a dog' is een algemene uitdrukking die 'heel hard werken' betekent.

5 America has a bigger population than most other countries.

Amerika heeft een grotere bevolking dan de meeste andere landen.

6 This city was once famous for its many factories, but times have changed.

Deze stad werd ooit geroemd om zijn vele fabrieken, maar tijden veranderen.


Slide 14 - Slide

20
1 I don't know the first thing about this organisation.

2 It used to be influential, but it no longer is.

3 the Commonwealth games are an important event for all the countries.

4 What do you mean by 'hail up'?

5 'Hail up' is an expression that means 'hello'

6 It is used frequently in Jamaica.

7 In this country they speak more languages than you would think.

8 In comparison with other African countries, Kenya has many different animal species / species of animals.


Slide 15 - Slide