13.3 Transport

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Welkom

In deze les heb je nodig:

• Je chromebook (E-book); of 
• Je leerboek

Lesplanning

- Lezen 13.3 (ong 10 min) en bronnen goed bekijken

- Uitleg 13.3

- Werken aan 13.3

Na deze les kun je:

• Alle begrippen van paragraaf 13.3 uitleggen.
• Uitleggen hoe stoffen in een insect worden vervoerd.
• Uitleggen hoe stoffen worden vervoerd door een vis.
• De begrippen uitleggen; een open, gesloten enkelvoudige en gesloten dubbele bloedsomloop 
• Uitleggen wat het voordeel is van een dubbele bloedsomloop ten opzichte van een enkele bloedsomloop.
• Uitleggen hoe stoffen door een plant worden vervoerd.

Welk dier heeft een open bloedsomloop?

1. Wesp
2. Kikker
3. Paard
4. Kangaroo

Voedingsstoffen en zuurstof worden via dezelfde weg door een insect vervoerd.

1. Waar
2. Niet waar

Welke stoffen worden via de tracheeën door het lichaam van een insect vervoerd?

1. Zuurstof en koolstofdioxide
2. Voedingsstoffen en afvalstoffen
3. zuurstof en voedingsstoffen
4. Zuurstof, koolstofdioxide en afvalstoffen

Ademhaling en transport bij een insect

Welk dier heeft een enkelvoudige, gesloten bloedsomloop?

1. Zalm
2. Wesp
3. Paard
4. Kangaroo

Waar gaat het bloed van een vis heen nadat het door het hart is gepompt?

1. eerst kieuwen, daarna rest van het lichaam
2. eerst rest van het lichaam, daarna kieuwen
3. Kieuwen, daarna terug naar het hart
4. Rest van het lichaam, daarna terug naar het hart

Wat zijn houtvaten en bastvaten?

1. Een soort buisjes in een plant
2. Tonnen om wijn in te bewaren
3. Bepaalde bloedvaten in een insect

Houtvaten vervoeren glucose en andere voedingsstoffen die door de bladcellen zijn gemaakt

1. Waar
2. Niet waar

Bastvaten vervoeren water en mineralen

1. Waar
2. Niet waar

Hoeveel had jij goed?

6 of meer?      -->       Zelfstandig werken aan: opdrachten 13.3.                                                 Klaar? Lezen en maken 13.4. Ander vak.

minder dan 6? -->     Nog een keer goed lezen en begrippen                                                       opschrijven. En dan werken met                                                                   studiewijzer.

Aan het werk

• Opdrachten 13.3
• Zie studiewijzer 

HUISWERK

• Opdrachten 13.3: alle opdrachten
• Lezen paragraaf 13.4