PWA les 2

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Populair wetenschappelijk artikel

VWO 5 les 2

Welke schrijfdoelen ken je?

Schrijfdoelen

• Amuseren​: vermaken door iets leuks of interessants te vertellen.​
• verklaren/uiteenzetten​: vertellen wat er gebeurd is of gaat gebeuren; lezers uitleggen hoe iets in elkaar zit.
  
• Opiniëren​: de lezer zelf een mening laten vormen door de verschillende kanten van het onderwerp te belichten. ​
• Overtuigen​: lezers met argumenten overhalen tot een bepaalde mening, een standpunt.​
• Activeren: lezers aanzetten om iets te gaan doen.

Vragen uit het huiswerk bespreken NN p.61 en 12/13

• Wat is het verschil tussen een wetenschappelijk artikel en een populair wetenschappelijk artikel?
  
• Welk tekstsoort en welk tekstdoel ga je gebruiken?
  
• Welke structuur is geschikt voor een populair wetenschappelijk artikel?

Uiteenzetting: uiteenzetten=informeren en uitleggen over een verschijnsel/gebeurtenis, deze uiteenzetten, uitleggen en interpreteren.

Structuur: NN p.61

• Vraag/antwoord
• verklaringsstructuur
• apectenstructuur
• verleden/heden/toekomststructuur

Bespreek de opdracht in groepen van 4

Geef elkaar feedback op de manier van aandachttrekken en de aankondiging van het onderwerp. Let ook op de gekozen structuur.

De inleiding

De inleiding bestaat meestal uit één alinea en is heel belangrijk voor je tekst. Je wilt immers meteen de aandacht van je lezer trekken. De eerste alinea moet dus uitnodigen om verder te lezen. Daarnaast kondig je aan wat de lezer ongeveer kan verwachten. 

Aandacht trekken:

Voorbeeld

Geschiedenis

Actualiteit

Belang voor de lezer

Persoonlijk verhaal

Vraag

Citaat

Introductie van het onderwerp:

• Omschrijf je onderwerp aantrekkelijk en kort.
• Geef globaal aan welke onderdelen in het middenstuk aan bod komen.

Werkwoordspelling

Maak opdracht 10 op p. 219

Antwoorden

1. beantwoorde
2. beweert, herstelt
3. belande, wordt
4.  verroestte
5. verbaasd, verlate
6. verachtte, verbrandden, verwoestten
7. vermoedden, wordt
8. behoud, luidt

Maak een account aan in de krantenbank

Kies twee wetenschappelijke teksten uit een van de kranten:

de Volkskrant, Trouw, NRC

of uit een van de tijdschriften: De Groene Amsterdammer, Psychologie Magazine, Vrij Nederland

Opdracht

Je kiest dus twee wetenschappelijk artikelen over hetzelfde onderwerp uit de bronnen uit de krantenbank. (Zorg dat het onderwerp je interesse heeft, zoek je er een tweede artikel bij uit een andere bron). 

Je kunt ook voor een internationale bron kiezen.

Deze twee artikelen gebruik je na de vakantie om een proef pwa te schrijven. Lees beide vast goed door en zet voor jezelf op een rijtje wat jij precies aan een lezer zou willen vertellen. Welke vragen zou een lezer van een pwa hebben? Welke informatie is relevant? Wat is een logische volgorde? Je structuur kun je alvast in steekwoorden op papier zetten.

Krantenbank

https://signin.lexisnexis.com/lnaccess/UserRegistration?regCode=7p6t3n5

De link leidt naar een registratieformulier zoals hierboven is afgebeeld. Hierin vullen leerlingen of docenten hun voornaam, achternaam en schoolemail adres in – de registratie code is per school en wordt vooraf al ingevuld. Vervolgens kunnen zij een eigen gebruikersnaam en een eigen wachtwoord aanmaken.

Na het verzenden van het formulier worden de inlog gegevens naar het betreffende email adres verstuurd. Om in de krantenbank te komen moet de gebruiker http://www.nexisuni.com in de browser invoeren. Er verschijnt dan automatisch een inlogscherm. Hier de ontvangen inlog gegevens invoeren en daarmee heeft de gebruiker toegang tot de Krantenbank.

Leesvoer zakelijke teksten

Vind je het moeilijk een onderwerp te kiezen? Open op instagram leesvoer zakelijke teksten. 'Klam van het zweet ontwaken'. Het artikel gaat over nachtmerries. Bijna iedereen heeft ze weleens, maar waar komen ze vandaan? Dit stuk gaat op zoek naar antwoorden. Open het artikel: zie link in bio. Zoek er zelf een ander artikel bij.

Praten met iemand die er niet is

• Als schrijver moet je je voorstellen wat je lezer wel en niet weet. En vooral: wat hij graag zou willen weten. Na iedere zin die je schrijft, moet jij denken: snapt mijn lezer me nog en wat zou hij mij na deze zin willen vragen. 
• Schrijf concreet en niet vaag. Dus niet:' De meesten van de ondervraagden willen weer graag naar school', maar schrijf: '85% van onze leerlingen .....'

Ivanov van Hanna Bervoets