What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Taal groep 4 - thema 5 - week 3
Taal
We gaan oefenen met de onderwerpen en themawoorden van week 3.
1 / 25
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 4
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Taal
We gaan oefenen met de onderwerpen en themawoorden van week 3.
Slide 1 - Slide
Woordenschat
Welke nieuwe woorden heb jij onthouden?
Slide 2 - Slide
Een muziekinstrument met vier snaren ...
A
een viool
B
een strijkstok
C
de manen
D
de hoeven
Slide 3 - Quiz
Zachtjes aan de snaar van een instrument trekken, zodat er geluid uit komt...
A
inenten
B
de strijkstok
C
tokkelen
D
de hoeven
Slide 4 - Quiz
Een verhaal in de (school)krant...
A
de omgeving
B
het artikel
C
de hoefsmid
D
een tip geven
Slide 5 - Quiz
Zachtjes met je hand over de huid wrijven...
A
inenten
B
tokkelen
C
de manen
D
strelen
Slide 6 - Quiz
De lange haren van een dier op zijn hoofd en in zijn nek...
A
de hoeven
B
de manen
C
de strijkstok
D
de hoefsmid
Slide 7 - Quiz
Iemand die de hoeven van dieren verzorgd...
A
de hoefsmid
B
tokkelen
C
de manen
D
het artikel
Slide 8 - Quiz
Het gebied ergens omheen...
A
de omgeving
B
het artikel
C
tokkelen
D
de hoefsmid
Slide 9 - Quiz
Vraagzinnen en vertelzinnen
Slide 10 - Slide
Is het een vertelzin of een vraagzin?
Het paard heeft lange manen.
A
vertelzin
B
vraagzin
Slide 11 - Quiz
Heeft een koe hoeven?
A
vertelzin
B
vraagzin
Slide 12 - Quiz
Het artikel staat in de krant.
A
vertelzin
B
vraagzin
Slide 13 - Quiz
Maak een vertelzin.
Slide 14 - Open question
Maak een vraagzin.
Slide 15 - Open question
Wat is de goede vraagzin bij deze vertelzin?
De stoel staat op tafel.
Slide 16 - Open question
Wat is de goede vertelzin bij deze vraagzin?
Heeft de hond honger?
Slide 17 - Open question
Waar-deel van een zin
Slide 18 - Slide
Wat is het waar-deel van de zin?
De appel hangt in de boom.
A
de appel
B
in de boom
C
hangt in
D
de
Slide 19 - Quiz
In het huis is het warm.
A
huis
B
is het warm
C
in het huis
D
warm
Slide 20 - Quiz
Het water zit in het glas.
A
het water
B
zit
C
glas
D
in het glas
Slide 21 - Quiz
Zinnen inkorten
Slide 22 - Slide
Welke zin is goed ingekort?
Het grote jongetje speelt met de voetbal.
A
Grote jongetje met de voetbal.
B
Het jongetje voetbal.
C
Het speelt de voetbal.
D
Het jongetje speelt.
Slide 23 - Quiz
Welke zin is goed ingekort?
De appel valt van de grote boom.
A
Appel grote boom.
B
De appel valt.
C
Valt van de grote boom.
D
De appel van de boom.
Slide 24 - Quiz
Welke zin is goed ingekort?
De kinderen lezen veel boeken.
A
De lezen boeken.
B
Kinderen lezen veel.
C
De kinderen lezen.
D
De veel boeken.
Slide 25 - Quiz
More lessons like this
Thema 5 - Dierenmanieren
January 2024
- Lesson with
26 slides
Taal
Basisschool
Groep 4
Quiz thema 5 taal
January 2024
- Lesson with
29 slides
Taal
Basisschool
Groep 4
Groep 4 - taal in beeld - blok 6, les 11 - verschillende soorten zinnen
April 2021
- Lesson with
18 slides
Taal
Basisschool
Groep 4
week 7 - 9 juni 2023
June 2023
- Lesson with
24 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
week 7 - 9 juni 2023
June 2023
- Lesson with
21 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
week 7 - 9 juni 2023
June 2023
- Lesson with
22 slides
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
instaples 3
August 2022
- Lesson with
12 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
Taal groep 4 - thema 5 - week 2
March 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 4