week 7 - 9 juni 2023

week 23 - 2023
Goedemorgen! 
Goedemiddag!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

week 23 - 2023
Goedemorgen! 
Goedemiddag!

Slide 1 - Slide

Vandaag
Het is vandaag...................            De datum is ............

Morgen is het .............
Overmorgen is het ..........

Gisteren was het ................
Eergisteren was het ............
Het is lente / voorjaar

Slide 2 - Slide

LEZEN
We lezen 15 minuten in ons boek.

Schrijf moeilijke woorden in je schrift.
-Zoek op wat het betekent.
-Vraag wat het betekent.


timer
15:00

Slide 3 - Slide

Wat ga je doen?
- We gebruiken de tekst over De leeuw of De bij.
- In deze tekst(en) zoeken we 'vertelzinnen' 
- Daar maken we 'vraagzinnen' van.


====> er zijn 2 soorten vraagzinnen:
     * Begint met hoe/waarom/wat/waar..
     * Begint met een werkwoord.


Slide 4 - Slide

Leerdoel(en) bij vraagzinnen
- Je leert dat je een vertelzin kunt veranderen in een vraagzin.
- Je weet dat het 'wie' en het 'doet' deel wisselen van plaats.
- Je gebruikt hoofdletter en vraagteken in een vraagzin.

denk aan:

Slide 5 - Slide

Zin ----> Vraagzin

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Startopdracht
oefenen met zinsdelen / stroken

denk aan de hoofdletter en het vraagteken

Slide 8 - Slide

Wat ga je doen? 
- Je kiest 10 zinnen uit de tekst van De leeuw of van De bij.
- Je maakt van deze zinnen een vraagzin. Schrijf ze in je schrift.

bijvoorbeeld: 
Is de leeuw een groot en zwaar dier?

bijvoorbeeld: 
Zit de bij graag op bloemen?








Slide 9 - Slide

Zoek een vertelzin in je leesboek. Maak er ook een vraagzin van.

Slide 10 - Open question

Welke vraagzin(nen) heb je gemaakt?

Slide 11 - Open question

vertelzin  
vraagzin
Morgen is het donderdag.
De leeuw is een zoogdier.
Is de bij een insect?
Schijnt de zon vandaag?
Honing is lekker zoet.
In de zomer heb je vakantie.
Ga je mee naar het zwembad?
Ik houd van sporten.
Heb jij een broer?
Een tijger leeft in de jungle.
Vond je deze opdracht moeilijk?

Slide 12 - Drag question

Vraagzinnen met een vraagwoord
Paarse boek - bladzijde 49

Deze vraagzinnen beginnen met een vraagwoord:
wat / waarom / hoe / welke / waar / wanneer / wie 

Schrijf de hele zin in je schrift.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

oefening 36
bladzijde 49

1.   Hoe heet je vader?
2. .            woon je?
3.               tas is van jou?
4.               huil je?
5.                   heeft dat gedaan?
6.               doe je in de pauze?
7.                laat is het?
8.               ligt het krijtje?
9.                 is het vakantie?
10.              is het boek?



Slide 15 - Slide

Oefening in Aerobe
timer
9:00

Slide 16 - Slide

timer
5:00

Slide 17 - Slide

Aerobe + Kahoot
In Aerobe het filmpje over het maken van een vraagzin.
Je kunt dit altijd zelf nog een keer bekijken.


over vraagzinnen



Slide 18 - Slide

Zelfstandig naamwoord wk 24?
* mensen
* dieren
* dingen

Je moet er een lidwoord (de, het, een) voor zeggen.
Bijvoorbeeld: docent - oma - paard - konijn - zoogdier - auto - leeuw - muur - boek - vakantie 

Slide 19 - Slide




Bijvoorbeeld: 

Slide 20 - Slide

zelfstandig
naamwoord

Slide 21 - Mind map

opdracht ....

Slide 22 - Slide