V2 Taalverzorging H12 en 13 herhalen

Nederlands
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. WW-spelling herhalen
  3. Taalverzorging12 en 13 samenstellingen, meervoudsvormen en koppelteken herhalen
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

10 minuten lezen

Slide 3 - Slide

Lesdoel
Spelling samenstellingen en meervoudsvormen herhalen ter voorbereiding van de toets

Slide 4 - Slide

Aan de slag
Oefenformulier ww-spelling maken in je schrift 

Slide 5 - Slide

Nakijken

Slide 6 - Slide

Kies de juiste spelling van de meervoudsvorm van: fee
A
feen
B
feeën
C
feën
D
feeen

Slide 7 - Quiz

Ik beheers de ww-spelling goed
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Neutraal of negatief?
Ga thuis aan de slag met de drillster van Kern

Slide 9 - Slide

Meervoudsvorming
A
cafés
B
cafées
C
cafees
D
café's

Slide 10 - Quiz

Meervoudsvorming
A
stouterikken
B
stouteriken

Slide 11 - Quiz

Wat is de meervoudsvorm van
bacterie
A
bacterieën
B
bacteriën
C
bacterien
D
bacterieen

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste spelling van de meervoudsvorm van: spray.
A
sprayën
B
sprayes
C
sprays
D
spray's

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste spelling van de meervoudsvorm van: baby.
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babie's

Slide 14 - Quiz

Wat is de correcte spelling van het bijvoeglijk naamwoord?

De (verbranden) autobanden stonken enorm.


A
verbrandde
B
verbrandden
C
verbranden
D
verbrande

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord!
A
de stenen muur
B
de stene muur

Slide 16 - Quiz

Wat is de juiste spelling van het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?

Deze ____ kozijnen zijn onderhoudsvriendelijk en voordelig geprijsd.
A
aluminium
B
aluminiumen

Slide 17 - Quiz

Wat is de hoofdregel voor het schrijven van een samenstelling?

Slide 18 - Open question

Wat is de juiste spelling van de samenstelling?
A
reuzeleuk
B
reuzenleuk

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de samenstelling
aap + trots? (1 pt)
A
apetrots
B
apentrots

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de samenstelling
aap + rots? (1 pt)
A
aperots
B
apenrots

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstellingen?
A
Douane-ambtenaar
B
Douaneambtenaar
C
Douane ambtenaar

Slide 22 - Quiz

Wat is de juiste spelling van de volgende samenstellingen?
A
Koekenpan
B
Koekepan

Slide 23 - Quiz

Trema of koppelteken?
Kies de juiste spelling
radio+uitzending
A
radiouitzending
B
radio-uitzending
C
radioüitzending

Slide 24 - Quiz

Trema of koppelteken?
Kies de juiste spelling
kano+en
A
kanoën
B
kanoen
C
kano-en

Slide 25 - Quiz

Opdracht 4, spelling H4
Hoe schrijf je onderstaand woord? Plaats zo nodig een trema, apostrof of koppelteken!

A4tje
A
A4tje
B
A4-tje
C
A4'tje
D
A'4tje

Slide 26 - Quiz

aaneen
koppelteken
lange afstands raket
veel zijdig
vliegens vlug
bos champignon
auto ongeluk
EHBO post
zwart wit
huidskleur

Slide 27 - Drag question

met koppelteken
zonder koppelteken
(aan elkaar)
oud voetballer
vwo diploma
amateur speler
non stop
& teken
Zuid Afrikaans
kippen hok
mee eten
stage plaats
niet officieel

Slide 28 - Drag question


Wat is de juiste spelling van getallen in de zin. 
Gisteren heb ik ______ nieuwe pennen gekocht.
A
4
B
vier

Slide 29 - Quiz


Wat is de juiste spelling van getallen in de zin. 
We geven allemaal een cadeau van ______ euro
A
50
B
vijftig

Slide 30 - Quiz

Klik de goede spelling van de getallen aan.
A
Gelukkig lagen er nog wel meer dan 50 zakken!
B
Gelukkig lagen er nog wel meer dan vijftig zakken!

Slide 31 - Quiz

Klik de goede spelling van de getallen aan.
A
Een pak suiker weegt 2 kilogram.
B
Een pak suiker weegt twee kilogram.
C
Een pak suiker weeg 2 kg.
D
Een pak suiker weegt twee kg.

Slide 32 - Quiz

Zelfstandig werken
Maken in de les H13 opdr 1 /m 3 en 6 t/m 9

Slide 33 - Slide