Herhaling H.6

Herhaling H.6
Doel: 
Je kan  de stof van H.6 herhalen 
1 / 43
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhaling H.6
Doel: 
Je kan  de stof van H.6 herhalen 

Slide 1 - Slide

Vereenvoudig de breuk

126
A
1/2
B
3/6
C
kan niet
D
3/4

Slide 2 - Quiz

Vereenvoudig de breuk

328
A
4/16
B
1/4
C
kan niet
D
4/8

Slide 3 - Quiz

Vereenvoudig de breuk

4224
A
4/7
B
12/21
C
kan niet
D
1/7

Slide 4 - Quiz

Vereenvoudig de breuk

9035
A
35/90
B
1/14
C
kan niet
D
7/18

Slide 5 - Quiz

Vereenvoudig de breuk

186
A
1/3
B
2/6
C
kan niet
D
4/6

Slide 6 - Quiz

11/8
45/20
52/30
100/44
16/6
25/15
1 3/8
1 11/15
2 2/3
2 1/4
2 3/11
1 2/3

Slide 7 - Drag question

Wanneer kan je breuken plus of min elkaar doen?

Slide 8 - Open question

Bereken
9592
A
1/9
B
3/0
C
3/9
D
1/3

Slide 9 - Quiz

Bereken
85+87
A
12/16
B
12/8
C
2/8
D
1 1/2

Slide 10 - Quiz

Bereken
3215327
A
8/32
B
1/4
C
22/32
D
11/16

Slide 11 - Quiz

Bereken
4336+4318
A
18/43
B
1 11/43
C
54/43
D
1

Slide 12 - Quiz

Bereken
73deelvan490
A
163,3
B
210
C
70
D
240

Slide 13 - Quiz

Bereken
85van64
A
40
B
8
C
20
D
64

Slide 14 - Quiz

Bereken
103deelvan150
A
15
B
60
C
45
D
30

Slide 15 - Quiz

Bereken
113van22
A
11
B
3
C
2
D
6

Slide 16 - Quiz

Bereken
256van550
A
132
B
22
C
25
D
500

Slide 17 - Quiz

Bereken
256van550
A
132
B
22
C
25
D
500

Slide 18 - Quiz

Bereken
85121
A
7 7/10
B
8 1/3
C
7/10
D
8 1/7

Slide 19 - Quiz

Bereken
153+543
A
7 7/20
B
6 3/5
C
6 6/9
D
7 15/20

Slide 20 - Quiz

Bereken
361231
A
1 1/3
B
5/6
C
2/3
D
11/12

Slide 21 - Quiz

Hoeveel procent hoort er bij
109
A
9
B
90
C
10
D
9

Slide 22 - Quiz

Welk decimale getal hoort erbij 40%?
A
0,50
B
0,20
C
0,25
D
0,40

Slide 23 - Quiz

Welke breuk hoort erbij 37,5%?
A
3/8
B
3/4
C
1/8
D
1/4

Slide 24 - Quiz

Welk decimaal getal hoort erbij
43
A
0,75
B
0,25
C
0,34
D
0,40

Slide 25 - Quiz

Damon krijgt 60% korting op een T-shirt van 20 euro. Hoeveel moet Damon betalen?
A
12
B
14
C
6
D
8

Slide 26 - Quiz

Terri koopt een sjaal van 32 euro. Bij de kassa krijgt ze 12,5% korting. Hoeveel moet ze betalen?
A
28
B
4
C
30
D
12,50

Slide 27 - Quiz

Welke breuk hoort er bij 10%?
A
1/10
B
1/5
C
10/100
D
10/50

Slide 28 - Quiz

Welke breuk hoort er bij 50%?
A
1/2
B
1/5
C
50/100
D
10/50

Slide 29 - Quiz

Welke breuk hoort er bij 25%?
A
1/25
B
1/4
C
25/100
D
2,5/10

Slide 30 - Quiz

Welk decimale getal hoort bij 1%?
A
0,01
B
0,10
C
1,00
D
1,10

Slide 31 - Quiz

Welk decimale getal hoort bij 25%?
A
2,50
B
0,25
C
1,25
D
0,025

Slide 32 - Quiz

Welk decimale getal hoort bij 50%?
A
0,05
B
5,00
C
0,50
D
1,50

Slide 33 - Quiz

Welk decimale getal hoort bij 12,5%?
A
0,125
B
1,25
C
12,5
D
0,0125

Slide 34 - Quiz

Bereken 74,6% van de 240

(Mag met rekenmachine!)
A
179,04
B
74,06
C
240
D
197,6

Slide 35 - Quiz

Bereken 18% van de 4,55

(Mag met rekenmachine!)
A
1,45
B
18
C
4,55
D
0,819

Slide 36 - Quiz

Hoeveel procent betaal je bij 10% korting?
A
100
B
10
C
90
D
110

Slide 37 - Quiz

Hoeveel procent betaal je bij 40% korting?
A
100
B
40
C
160
D
60

Slide 38 - Quiz

Hoeveel procent betaal je bij 2% korting?
A
100
B
102
C
2
D
0,2

Slide 39 - Quiz

Hoeveel procent is 5 van 32?
A
15,6%
B
5,32%
C
15,7%
D
5,3%

Slide 40 - Quiz

Totaal zijn er 41 auto's. Hiervan zijn 23 rood. Hoeveel procent is dat?
A
56,0%
B
41,23%
C
56,1%
D
41,2%

Slide 41 - Quiz

18 kinderen spelen buiten. 3 kinderen hebben een korte broek aan. Hoeveel procent is dat?
A
18,3%
B
16,67%
C
3,18%
D
16,7%

Slide 42 - Quiz

Hoeveel procent is 6 van de 237?
A
2,53%
B
2,5%
C
2,37%
D
2,6%

Slide 43 - Quiz