Herhaling Voortplanting en ontwikkeling 3 Basis

Hoe worden de delen in de penis genoemd, die ervoor zorgen dat de penis groter wordt?
A
Bubbels
B
Zwellichamen
C
Erecties
D
Vaten
1 / 32
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe worden de delen in de penis genoemd, die ervoor zorgen dat de penis groter wordt?
A
Bubbels
B
Zwellichamen
C
Erecties
D
Vaten

Slide 1 - Quiz

De penis is ..
A
een primair geslachtskenmerk
B
een secundair geslachtskenmerk
C
een tertiair geslachtskenmerk
D
geen geslachtkenmerk

Slide 2 - Quiz

Bij ontsluiting worden de baarmoederhals en baarmoedermond wijder
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

In de afbeelding zie je dat de menstruatie begint op dag 1 van de cyclus.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

De prostaat vervoert urine en sperma
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Met welk nummer is de placenta aangegeven?
A
Met nummer 1
B
Met nummer 2
C
Met nummer 3
D
Met nummer 4

Slide 6 - Quiz

Vrouwen die ongewenst zwanger zijn, kunnen hun zwangerschap laten afbreken. Dit kan op vier verschillende manieren.
1. Morning-afterpil;
2. abortuspil;
3. zuigcurettage;
4. late abortus
Tess is vijf weken zwanger, de zwangerschap is niet gewenst. Op welke manier of welke manieren kan ze de zwangerschap laten afbreken?
A
Alleen met 1
B
met 1 en 2
C
met 2 en 3
D
Alleen met 3

Slide 7 - Quiz

Wat gebeurt er na de bevruchting van de eicel?
A
De bevruchte eicel deelt zich een aantal keer
B
De menstruatiecyclus begint opnieuw
C
Het gele lichaam sterft meteen af

Slide 8 - Quiz

Wie heeft of hebben er gelijk?
A
Alleen Farrah heeft gelijk
B
Alleen Richarda heeft gelijk
C
Alleen Job heeft gelijk
D
Farrah en Job hebben gelijk

Slide 9 - Quiz

Er kan veel fout gaan tijdens de geboorte van een veulen. Het veulen kan bijvoorbeeld zuurstofgebrek krijgen. In welk geval is de kans op zuurstofgebrek bij het veulen het grootst?
A
Wanneer de navelstreng breekt bij een normale ligging.
B
Wanneer de navelstreng breekt bij een stuitligging
C
Wanneer de vruchtvliezen breken bij een normale ligging
D
Wanneer de vruchtvliezen breken bij een stuitligging.

Slide 10 - Quiz

Wat is heteroseksualiteit?
A
Je aangetrokken voelen tot iemand van het andere geslacht
B
Je aangetrokken voelen tot iemand van hetzelfde geslacht
C
Je aangetrokken voelen tot mensen van alle gelachten

Slide 11 - Quiz

Bij een bloedtransfusie ontvangt iemand bloed van een donor. In ontwikkelingslanden waar aids veel voorkomt, kun je door bloedtransfusie besmet raken met het virus HIV. In Nederland, is de kant dat je besmet raakt met HIV via een bloedtransfusie bijzonder klein. Wat is de reden hiervoor?
A
In Nederland komt bijna geen aids voor, dus je kunt niet besmet raken.
B
In Nederland slikken seropositieve mensen aidsremmers, waardoor ze anderen niet kunnen besmetten.
C
In Nederland wordt het bloed van een donor getest op aanwezigheid van HIV.

Slide 12 - Quiz

Een zwangerschap verloopt niet altijd goed. Er kan bijvoorbeeld een buitenbaarmoederlijke zwangerschap optreden. Dit betekent dat het embryo niet wordt vervoerd naar de baarmoeder. Waar vind de innesteling in dat geval plaats?
A
In de eileider
B
In de eierstok
C
In de urineblaas

Slide 13 - Quiz

Lees de volgende situaties.
1 Bert en Sandra hebben geen geslachtsgemeenschap als Sandra in haar vruchtbare periode zit.
2 Cécil en Marc gebruiken een pessarium zonder zaaddodende pasta als ze geslachtsgemeenschap hebben.
3 Elif heeft een hormoonspiraaltje in haar baarmoeder laten plaatsen.
4 Moïza gebruikt de pil, maar soms vergeet ze hem te slikken.

In welke situatie is de kans op een zwangerschap het kleinst?

A
In situatie 1
B
In situatie 2
C
In situatie 3
D
In situatie 4

Slide 14 - Quiz

Welke uitspraak over zaadcellen is waar?
A
Zaadcellen bevatten veel reservevoedsel
B
Zaadcellen kunnen zelf niet bewegen
C
Zaadcellen worden steeds nieuw aangemaakt
D
Zaadcellen hebben geen zweepstaart.

Slide 15 - Quiz

Hieronder staat een stukje tekst uit een voorlichtingsfolder over soa’s.:

Mensen met deze aandoening voelen zich vaak erg moe. Ook kunnen klachten als misselijkheid en buikpijn optreden. De ziekte moet vanzelf genezen, maar dit gebeurt niet altijd. Het gevolg kan zijn dat de lever schade oploopt.

Over welke soa gaat deze tekst?
A
Candida
B
Chlamydia
C
Hepatitis B
D
Syfilis

Slide 16 - Quiz

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?

Slide 17 - Open question

Leg uit waardoor de meeste vrouwen rond hun 50e levensjaar niet meer vruchtbaar zijn.

Slide 18 - Open question

Leg uit dat een zaadcel zonder zweepstaart niet voor bevruchting kan zorgen.

Slide 19 - Open question

Wat is een stuitligging

Slide 20 - Open question

In de tekst worden twee voorbehoedmiddelen genoemd. Welke van de twee middelen biedt bescherming tegen geslachtsziekten?

Slide 21 - Open question

In de tekst staat:'Jongens schatten de risico's op zwangerschap bij onbeschermd vrij hoog in'
Rond welke gebeurtenis in de menstruatiecyclus is dit risico het grootst?

Slide 22 - Open question

Hoe heet onderdeel 1 ? en onderdeel 4?
en onderdeel 6?
schrijf je antwoord zo op:
1:
4:
6:

Slide 23 - Open question

Vocht wordt aan zaadcellen toegevoegd door:
A
prostaat
B
urineblaas
C
zaadblaasje
D
prostaat en zaadblaasje

Slide 24 - Quiz

De zaadleiders vervoeren zaadcellen naar
A
de zaadballen
B
de urinebuis
C
de urineleiders
D
de urineblaas

Slide 25 - Quiz

Hiernaast staat een tekening van het mannelijk geslachtsorgaan.

Welke nummers geven de prostaat en de zaadballen aan?

A
prostaat = 5 zaadbal =3
B
prostaat = 2 zaadbal =3
C
prostaat = 3 zaadbal =5
D
prostaat = 3 zaadbal =6

Slide 26 - Quiz

Anja zegt dat de temperatuur in de buikholte iets lager is dan in de zaadballen.
Hans zegt dat de voorhuid de huidplooi is waarin zaadballen en bijballen liggen.

Wie heeft/hebben gelijk?

A
Alleen Anja het gelijk
B
Alleen Hans heeft gelijk
C
Anja en Hans hebben allebei gelijk
D
Anja en Hans hebben allebei geen gelijk

Slide 27 - Quiz

Wat zijn de 2 functies van seksualiteit?

Slide 28 - Open question

Wat is volgens jullie seksueel grensoverschrijdend gedrag?

Slide 29 - Open question

Wat vind jij?
Bij verkrachting ligt de schuld niet alleen bij de verkrachter

Slide 30 - Open question

Wat is het verschil tussen verkrachting en aanranding?

Slide 31 - Open question

Als een meisje zich uitdagend kleedt, lokt ze een aanranding/verkrachting uit.

Slide 32 - Open question