Hoofdstuk 4 oefentoets paragraaf 1 en 2

1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Paragraaf 1 Wat moet je kennen en kunnen?
Theorie:
Je kunt uitleggen hoe Berlijn is opgebouwd.
Je kunt de overeenkomsten en verschillen tussen de opbouw van Berlijn en het stadsmodel in figuur 7.10 in het Basisboek beschrijven.
Je kunt uitleggen welke gevolgen de Muur had voor Berlijn.
Je kunt beschrijven hoe Berlijn weer één stad is geworden.
Je kunt uitleggen welke rol suburbanisatie en re-urbanisatie spelen in Berlijn.

Basisboek:  
B180 Model van een stad  B186 Stedelijke vernieuwing  B188 Re-urbanisatie en gentrificatie 

Begrippen: 
binnenstad, central business district (cbd), communisme, gentrificatie, industrie, natuurlijke bevolkingsgroei, oude woonwijk, re-urbanisatie, stadscentrum, stedelijke vernieuwing, suburbanisatie,  dimensie.
































Slide 4 - Slide

Paragraaf 2 Wat moet je kennen en kunnen?
Theorie:
Je kunt de kenmerken van de Duitse industrie beschrijven.
Je kunt uitleggen wat agglomeratievoordelen zijn.
Je kunt beschrijven waarom Duitsland een moderne economie heeft.
Je kunt de regionale economische verschillen in Duitsland beschrijven en verklaren.
Je kunt de regionale demografische verschillen in Duitsland beschrijven en verklaren.
Je kunt de topografie van Duitsland invullen ( W5).
Je kunt op een kaart weergeven wat de sterke en minder sterke gebieden van Duitsland zijn ( W9).
Je kunt op een kaart weergeven welke twee migratiepatronen er bestaan in Duitsland ( W11).

Basisboek:  B151 Sociale bevolkingsgroei  B193 Bestaansmiddelen  B205 Industrie  B206 Diensten 
Begrippen:  agglomeratievoordeel, demografische krimp, dienstensector, export, geboortecijfer, hightechindustrie, industrie, infrastructuur, lagelonenland, mijnbouw, multinational, multinationale onderneming, staat, vertrekoverschot, zware industrie  commerciële dienstverlening, migratie, quartaire sector, secundaire sector, tertiaire sector, vestigingsoverschot, welvaart, welzijn














Slide 5 - Slide



Vergeet de topografie niet!

Slide 6 - Slide

Hamburg
Berlijn
Frankfurt
Dresden
Dortmund
Keulen
Munchen

Slide 7 - Drag question

West Duitsland was meer ontwikkeld dan Oost Duitsland nadat deze landen weer één Duitsland werden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Welke bebouwing vindt je het
minste in de historische binnenstad?
A
Winkels
B
Hoogbouw
C
Woonhuizen
D
Supermarkten

Slide 9 - Quiz

Wat betekent re-urbanisatie?

Slide 10 - Open question

Bij gentrificatie worden oude woonwijken opgeknapt. Wie doen dit?
A
Gemeentes
B
Arme oorspronkelijke bewoners
C
Rijkere nieuwe bewoners
D
Rijke investeerders uit het buitenland

Slide 11 - Quiz

Uit welk gebied in Duitsland is geen sprake van een vertrekoverschot?
A
De stedelijke gebieden
B
De landelijke gebieden
C
Oude industriegebieden
D
Uit oost Duitsland

Slide 12 - Quiz

Als er in een jaar meer mensen overlijden dan er worden geboren is er sprake van een geboorteoverschot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Als er meer mensen uit een gebied vertrekken dan dat er mensen zich vestigen is er sprake van een negatief migratiesaldo.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Alleen door te kijken naar de natuurlijke bevolkingsgroei én de sociale bevolkingsgroei kan je te weten komen of het inwoneraantal van een land groeit of krimpt.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat is de belangrijkste reden voor het stijgen van de levensverwachting in Nederland?
A
Alle kinderen moeten verplicht naar school
B
Omdat het aantal kinderen per huishouden is gedaald
C
Er is nu anticonceptie beschikbaar
D
De gezondheidszorg is verbeterd.

Slide 16 - Quiz

Welk beroep hoort niet tot de primaire sector?
A
Politieagent
B
Visser
C
Boer
D
Mijnwerker

Slide 17 - Quiz

Geef de betekenis van het begrip: ontgroening

Slide 18 - Open question

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding. 
Arbeidsextensief
Kapitaalintensief
Mechanisering
Lage loonkosten

Slide 19 - Drag question

Welke factoren hebben bijgedragen aan de groei van de Duitse economie?
A
lage productiviteit en efficiëntie
B
Geringe kwaliteit van arbeid
C
Gebrek aan investeringen in infrastructuur
D
Sterke nadruk op technologische innovatie

Slide 20 - Quiz

Welke factoren hebben bijgedragen aan de groei van de Duitse economie?
A
Hoge productiviteit en efficiëntie
B
Geringe kwaliteit van arbeid
C
Gebrek aan investeringen in infrastructuur
D
geen technologische innovatie

Slide 21 - Quiz

Wat heeft bijgedragen aan de modernisering van de Duitse economie?
A
Beperkte toegang tot buitenlandse investeringen
B
Zwakke regelgeving omtrent milieu
C
nauwelijks export
D
Investeren in onderzoek en ontwikkeling

Slide 22 - Quiz

Wat heeft bijgedragen aan de modernisering van de Duitse economie?
A
Beperkte toegang tot buitenlandse investeringen
B
Zwakke regelgeving omtrent milieu
C
Sterke focus op export
D
geen onderzoek en ontwikkeling

Slide 23 - Quiz

Wat zijn de gevolgen van re-urbanisatie in Berlijn?
A
Een daling van de huurprijzen en een afname van de bevolkingsgroei.
B
Een stijging van de huurprijzen en gentrificatie.
C
Een afname van het aantal toeristen en minder economische groei.
D
Meer werkgelegenheid en een toename van de diversiteit in de stad.

Slide 24 - Quiz

Wat is re-urbanisatie in Berlijn?
A
Het terugkeren van mensen naar het centrum van de stad na jaren van suburbanisatie.
B
Het bouwen van nieuwe snelwegen en verkeersknooppunten in de stad.
C
Het afbreken van oude gebouwen en het bouwen van nieuwe woonwijken in de stad.
D
Het verplaatsen van mensen vanuit de stad naar de woonwijken buiten de stad.

Slide 25 - Quiz

Wat is suburbanisatie in Berlijn?
A
Het bouwen van nieuwe snelwegen en verkeersknooppunten in de stad.
B
Het verplaatsen van mensen vanuit de stad naar de woonwijken buiten de stad.
C
Het verplaatsen van mensen vanuit de buitenwijken naar het centrum van de stad.
D
Het afbreken van oude gebouwen en het bouwen van nieuwe woonwijken in de stad.

Slide 26 - Quiz

Noem een product dat afkomstig is uit de hightechindustrie van Duitsland.

Slide 27 - Open question

Geef de betekenis van het begrip geboortecijfer.

Slide 28 - Open question

Wat zie je op de afbeelding?
A
Sociale bevolkingsgroei
B
Daling van de levensverwachting
C
Vergrijzing
D
vestigingsoverschot

Slide 29 - Quiz

Bij de beroepsbevolking horen ook de mensen die werkloos zijn, maar wel willen werken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Hoe gingen deze controle vragen?
0100

Slide 31 - Poll

Is er nog iets waar je graag meer uitleg over hebt?

Slide 32 - Open question