2havo les 3 - schrijven / woordenschat

Welkom! les 3
Terugblik: 
... weet je het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken van een tekst

 Doelen vandaag: Ik kan een correcte zakelijke e-mail schrijven.

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom! les 3
Terugblik: 
... weet je het verschil tussen hoofdzaken en bijzaken van een tekst

 Doelen vandaag: Ik kan een correcte zakelijke e-mail schrijven.

Slide 1 - Slide

Lezen

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Schrijven - startopdracht
Gisteren moest je tijdens wiskunde naar de orthodontist en daarom weet je niet wat het huiswerk voor morgen is. Je besluit het per e-mail te vragen aan je docent of aan een klasgenoot.

Zou je ze precies dezelfde mail sturen?

Slide 3 - Slide

Inhoud en vormverschil
Inhoud
• Maak duidelijk wie je bent. 
• Schrijf kort waarover de e-mail gaat.
• Stel je vraag.
• Laat evt. weten wat je 
van de ander verwacht.




Vorm
• Noteer in een of enkele woorden het ow.
• Begin met een passende aanhef, gevolgd door een komma: Beste mevrouw Van Dijk,
• Sla een regel over. Begin met een hoofdletter op een nieuwe regel. 
• Wees beleefd en spreek aan met ‘u’.
• Sla na de laatste zin een regel over.
• Afscheidsgroet onder je mail. 
• Sla weer een regel over en zet je voor- en achternaam onder je mail. Voeg zo nodig je adres en/of telefoonnummer toe.
• Controleer op spel- en  taalfouten en verbeter.

Slide 4 - Slide

Aan de slag
Zakelijk schrijven opdracht 1 en 2
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Woordenschat
Doel: Je leert vergelijkingen herkennen en begrijpen.

Slide 6 - Slide

Vergelijking
object (o)  -   beeld (b)
De winnaar van de talentenjacht (o) was zo trots als een pauw (b).
Wat een boom (b) van een kerel (o).

Een vergelijking is een vorm van beeldspraak. Beeldspraak is altijd figuurlijk taalgebruik.

Slide 7 - Slide

Beeldspraak

Slide 8 - Slide

Beeldspraak 

Beeldspraak is altijd figuurlijk taalgebruik.



Slide 9 - Slide

Beeldspraak

Slide 10 - Slide

Opdrachten
Maak opdracht START, 1, 3, 4, 5
LET OP: VUL BIJ 2 even niks in maar klik wel door

Klaar? Lezen

timer
15:00

Slide 11 - Slide

Huiswerk

Opdr. 1+2 van Schrijven 
Opdr. 1, 3, 4, 5 van Woordenschat
> Boek meenemen <

Slide 12 - Slide

Doel behaald?

.. weet je hoe je een zakelijke e-mail schrijft
... kun je vergelijkingen herkennen en begrijpen
?

Slide 13 - Slide

DOE DE QUIZ
Test jezelf

Slide 14 - Slide

Beeldspraak - Klopt dit?

'Zo trots als een pauw'
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Beeldspraak - Klopt dit?

'Zo doof als een mol'
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Beeldspraak - klopt dit?

'Zo sterk als een hond'
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

Beeldspraak - Klopt dit?

'Zo vrij als een vogel'
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide