15 mei

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Programma

• Terugblik vorige les
• Nederlands: Lezen, luisteren, kijken par. 1.2
• Rekenen
• Burgerschap: maken en inleveren collage
• Plannen open boektoets Burgerschap: de economische dimensie

tekst verkennen

Par. 1.2

• Lesdoel: Je leert welk doel een schrijver met zijn tekst heeft en wat hij het belangrijkst in een tekst vindt. 

Begrippen: tekstdoel, onderwerp, hoofdgedachte.

Tekstdoelen

• informeren
• instrueren
• overtuigen
• overhalen/activeren
• mening vormen
• amuseren 

Hoofdgedachte

• Hoofdgedachte: Het belangrijkste wat in één zin over het onderwerp wordt gezegd.

• Onderwerp: Eén woord of woordgroep dat vertelt waar de tekst over gaat.

Aan de slag!

• Leren: de theorie van Lezen, luisteren, kijken, par. 1.2

• Maken: jaar 1: opdracht 1 t/m 4

                       jaar 2: alle extra opdrachten van par. 1.2, 1.3, 1.4 en 1.5.

Klaar?

Maak de collage van de economische dimensie van Burgerschap.

Rekenen

• Ga zelfstandig aan de slag met je rekenmethode. 

Burgerschap

• Maak een collage met minimaal zes afbeeldingen die passen bij het thema economische dimensie en typ eronder waar het bij hoort.
• Lever de collage, voorzien van naam en klas, via e-mail bij mij in: [e-mail]. 
• Toets Burgerschap: woensdag 22 mei, neem je boek mee!

Par. 1.3

• Je leert hoe je kunt inschatten of een tekst betrouwbaar is, zodat je kunt bepalen of een tekst bruikbaar is. 

Betrouwbaarheid

• Bron: goed bekend?
• Schrijver: weet je wie de tekst geschreven heeft en is dat een autoriteit (deskundige) op zijn vakgebied?
• Datum: kan de informatie verouderd zijn?
• Hoe ziet de tekst er uit? Professioneel, werken de links, taalgebruik enz. 

Bruikbaarheid

• Bron betrouwbaar? Let dan op het tekstdoel om te bepalen of de bron voor jouw doel bruikbaar is.

Welke tekstdoelen ken je?

Hoe controleer je de betrouwbaarheid van een bron?

Aan de slag!

• Leren: de theorie van H1 Lezen, luisteren, kijken paragraaf 1.2 en 1.3.

• Maken: alle opdrachten van H1 paragraaf 1.2 en 1.3.

Aan de slag!

• Wat? Opdrachten paragraaf 1.2 en 1.3 
• Hoe? Online, zachtjes overleggen mag.
• Hulp? Als je een vraag hebt, steek je je vinger op en wacht je tot ik bij je ben.
• Tijd: Deze les en evt. thuis afmaken.
• Uitkomst: je weet welke tekstdoelen er zijn.
• Klaar? Ga zelfstandig verder met paragraaf 1.4.