Les 2.4 Cursus A OA

 Les 2.4 Cursus A OA
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

 Les 2.4 Cursus A OA

Slide 1 - Slide

Programma vandaag
  • 9.30 - 11.15 uur GPM
  • 10.30 Pauze
  • 11.15 - 12.45 uur OA

Slide 2 - Slide

Periode 2

Slide 3 - Slide

Lesindeling
  • Lesweek 1 gezamenlijk les
  • Daarna om de week GPM & OA apart les
  • Let op lestijden!
  • Lesweek 1 t/m 4 Cursus A
  • Lesweek 5 t/m 9 Cursus B
  • Lesweek 10 = voortgangsweek

Slide 4 - Slide

Terugblik
  • Sociale- en fysieke veiligheid
  • Toezichthouden

Slide 5 - Slide

OA
4 lesweken Cursus A
4 x 1,5 uur
GPM
4 lesweken Cursus A
4 x 1,5 uur

Slide 6 - Slide

OA
5 lesweken Cursus B
4 x 1,5 uur
GPM
5 lesweken Cursus B
4 x 1,5 uur

Slide 7 - Slide

OA

Slide 8 - Slide

Hoe kom ik bij de inhoud?
  • My Da Vinci 
  • PW/OA tegel
  • Leerjaar 1
  • Periode 2
  • OA --> Praktische werzaamheden (A)

   



Slide 9 - Slide

 P3-K1-W6 

Voert praktische werkzaamheden uit

P3-K2-W6 

Houdt toezicht en begeleidt buiten de lessen
Het zijn er twee!!
=
twee toetsen!!

Slide 10 - Slide

Formatieve toets inleveren

Week 10
Deadline is:
31-01-2025

Slide 11 - Slide

Planning is key voor het behalen van je doelen
  • Deze periode is het cursus A & B
  • Opdrachten maken en een BPV beoordeling
  • GPM--> 2 opdrachten
  • OA--> 3 opdrachten
  • Maak de klassieke fout niet!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Lesdoelen
  • Deze les gaan jullie aan de slag met welke (interculturele) communicatievaardigheden je inzet bij begeleiding en het toezicht houden op leerlingen met diversiteit in achtergrond en cultuur. 
  • Het beschrijven van een situatieschets + de doelgroep.
  • Aandacht  voor het examen

Slide 15 - Slide

Interculturele communicatie vaardigheden?

Slide 16 - Mind map

Interculturele communicatie vaardigheden
 Verwijzen naar het vermogen om effectief en respectvol te communiceren en samen te werken met mensen uit verschillende culturele achtergronden. 

Deze vaardigheden zijn belangrijk in een steeds meer globaliserende en diverse samenleving. 

Slide 17 - Slide

Is het bij jou wel eens misgegaan?

Slide 18 - Mind map

Voorbeelden van Interculturele Dilemma’s
1. Cultuur rondom het geven van cijfers:
• In Nederland is een 10 zeldzaam, terwijl in Italië een '10 met lof' gebruikelijker is.
• Internationale studenten, bijvoorbeeld uit Azië, begrijpen soms niet waarom een 8 als hoog wordt gezien.
2. Zwijgzame internationale studenten:
• Nederlandse onderwijsstijlen verwachten proactieve deelname, wat niet altijd past bij studenten met een migratieachtergrond die minder proactief zijn.

Slide 19 - Slide

3. Onbereikbare ouders


 Het betrekken van ouders met een migratieachtergrond, kan lastig zijn voor leerkrachten
1. Taalbarrières
Als Nederlands niet de eerste taal is, kan communicatie over details van de afspraak moeilijk zijn. Onduidelijkheden over tijd, locatie, of doel kunnen leiden tot misverstanden.
2. Verschillende tijdspercepties
Culturen hebben verschillende opvattingen over punctualiteit. In sommige culturen is tijd meer flexibel, terwijl het in Nederland vaak als strikt wordt gezien.
3. Communicatiestijl
Directe communicatie (zoals gebruikelijk in Nederland) kan als confronterend worden ervaren, terwijl indirecte communicatie voor Nederlanders juist onduidelijk kan zijn.

Slide 20 - Slide

4. Sociale verplichtingen
Familieverantwoordelijkheden of andere sociale verplichtingen kunnen prioriteit krijgen boven afspraken, zonder dat dit altijd wordt gecommuniceerd.
5. Onbekendheid met Nederlandse normen
Mensen die recent in Nederland zijn aangekomen, zijn mogelijk niet bekend met hoe afspraken worden gemaakt en nagekomen (bijvoorbeeld schriftelijke bevestigingen of agenda’s gebruiken).
6. Wantrouwen of onzekerheid
Door negatieve ervaringen met instanties of taalproblemen kunnen mensen minder geneigd zijn om afspraken te maken of deze na te komen.
7. Praktische belemmeringen
Factoren zoals een beperkt vervoersmiddel, financiële uitdagingen, of gebrek aan toegang tot digitale tools kunnen het moeilijk maken om een afspraak na te komen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Filmmaker Nora Akachar 
"Binnen mijn cultuur is het altijd iemand anders. Het zit ook in onze taal. Als ik daar een voorbeeld van mag geven, je zegt niet: 'ah, ik heb de trein gemist.' 
Als je het letterlijk vertaalt dan zeg je: 'de trein heeft mij verlaten'. Ik weet als kind, ik loop tegen een tafel die er al een week staat, en ik heb pijn. Dan komt mijn moeder, geeft een klap aan die tafel en zegt: 'stoute tafel.' 
Wat leer ik als kind? 'Het ligt nooit aan mij'." 

Slide 23 - Slide

Christelijke cultuur van West-Europa: 
Deze cultuur wordt gekarakteriseerd als een die diepgeworteld is in christelijke waarden. 

Deze waarden brengen met zich mee dat mensen geneigd zijn om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen fouten en tekortkomingen (zelfbeschuldiging). 
Dit gaat vaak gepaard met een verlangen om de schuld goed te maken, wat zich vertaalt in een bereidheid om anderen te helpen en te accommoderen, zelfs tot het punt van grenzeloosheid.
Expansiegerichte, externaliserende cultuur: Dit verwijst naar een andere cultuur die de schuld niet bij zichzelf zoekt maar bij anderen. 

In plaats van introspectief te zijn, is deze cultuur erop gericht om zichzelf uit te breiden en zijn invloed te vergroten, vaak door anderen de schuld te geven voor problemen.

Slide 24 - Slide

Effectief en respectvol communiceren
Cultureel bewustzijn: Het herkennen van en begrijpen van culturele verschillen, zoals normen, waarden, gewoonten, en communicatiestijlen. Dit houdt ook in dat je je eigen culturele achtergrond en vooroordelen herkent.

Empathie: Het vermogen om je in te leven in mensen van andere culturen en hun perspectieven en ervaringen te begrijpen, zelfs als ze anders zijn dan die van jezelf.

Communicatievaardigheden: Het vermogen om duidelijk en respectvol te communiceren, rekening houdend met culturele verschillen in taal, non-verbale communicatie en interpretaties.

Flexibiliteit en aanpassingsvermogen: Het vermogen om je eigen gedrag en benadering aan te passen aan verschillende culturele contexten, zodat je effectief kunt samenwerken met mensen die andere gewoonten of opvattingen hebben.

Conflictoplossing: Het vermogen om culturele conflicten te herkennen en op een constructieve manier aan te pakken, door begrip voor de verschillende culturele waarden en overtuigingen te tonen.

Slide 25 - Slide

Opdracht

Slide 26 - Slide

Examen A

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide