Les 2.2 Cursus A OA

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

 Les 2.2 Cursus A OA

Programma vandaag

• 9.30 - 11.15 uur GPM
• 10.30 Pauze
• 11.15 - 12.45 uur OA

Periode 2

Lesindeling

• Lesweek 1 gezamenlijk les
• Daarna om de week GPM & OA apart les
• Let op lestijden!
• Lesweek 1 t/m 4 Cursus A
• Lesweek 5 t/m 9 Cursus B
• Lesweek 10 = voortgangsweek

Terugblik

• AVG
• Praktische werkzaamheden

OA

4 lesweken Cursus A

4 x 1,5 uur

GPM

4 lesweken Cursus A

4 x 1,5 uur

OA

4 lesweken Cursus B

4 x 1,5 uur

GPM

4 lesweken Cursus B

4 x 1,5 uur

OA

Hoe kom ik bij de inhoud?

• My Da Vinci 
• PW/OA tegel
• Leerjaar 1
• Periode 2
• OA --> Praktische werzaamheden (A)

   

 P3-K1-W6 

Voert praktische werkzaamheden uit

P3-K2-W6 

Houdt toezicht en begeleidt buiten de lessen

Het zijn er twee!!

=

twee toetsen!!

Formatieve toets inleveren

Week 10

Deadline is:

31-01-2025

Planning is key voor het behalen van je doelen

• Deze periode is het cursus A & B
• Opdrachten maken en een BPV beoordeling
• GPM--> 2 opdrachten
• OA--> 3 opdrachten
• Maak de klassieke fout niet!

Niet-lesgebonden lesactiviteiten

Wat houdt toezicht houden
voor je in?

Waarom is toezicht belangrijk?

Veiligheid waarborgen

Het zorgt ervoor dat leerlingen in een veilige omgeving leren, spelen en zich ontwikkelen. Een assistente kan snel reageren op onveilige situaties of ongelukken voorkomen.

Ondersteuning van het leerproces

Door toezicht te houden, kan de assistente erop letten of leerlingen de instructies van de docent begrijpen en opvolgen. Ze kan ook tijdig bijsturen wanneer leerlingen vastlopen of afgeleid raken

Gedragsbegeleiding

Het helpt bij het signaleren en aanpakken van ongewenst gedrag, zoals pesten of conflicten, en het bevorderen van positief gedrag

Individuele aandacht bieden

Tijdens toezichtmomenten kunnen onderwijsassistenten kansen benutten om individuele leerlingen extra aandacht te geven, bijvoorbeeld door hen te ondersteunen bij sociale interacties of praktische problemen

Ontlasten van de docent

Door toezicht te houden, draagt de onderwijsassistente bij aan een gestructureerde omgeving, waardoor de docent zich beter kan richten op de kern van het lesgeven

Stimuleren van zelfstandigheid en samenwerking

Onder begeleiding leren leerlingen zelf verantwoordelijkheid nemen en samenwerken met anderen, wat essentieel is voor hun sociale ontwikkeling.

Toezicht houden is dus niet alleen een taak van controle, maar ook een actieve bijdrage aan het leren en welzijn van leerlingen.

Wat houdt toezicht houden
nu voor je in?

Ondernemen van actie

• Communiceert met de leraar over eventuele problemen tijdens het toezicht
• Evalueert 
• Vebetervoorstel

Vraag de studenten om te bespreken waarom communicatie tussen de onderwijsassistent en de leraar belangrijk is.

Opdracht

 Handelen bij (dreigende) afwijking van afspraken en regels

Situatie: Stel dat je merkt dat een leerling zich niet aan de afspraken of regels houdt en dreigt de veiligheid te verstoren.

Vraag: Hoe zou je in deze situatie handelen? Welke stappen zou je nemen om de situatie te de-escaleren of op te lossen? Denk aan een specifieke leerling of type leerling waarbij je deze situatie voor je ziet.

Uitleg: Leg uit waarom je voor deze aanpak kiest en hoe dit bijdraagt aan het waarborgen van de sociale en/of fysieke veiligheid.

Laat de studenten in kleine groepen werken en geef ze ongeveer 10 minuten om te bespreken en hun situatie te bedenken.

Acties: 1. Signaleren en observeren

Actie: Merk op dat een leerling zich niet aan de regels houdt. Probeer objectief te observeren wat er gebeurt zonder meteen in te grijpen. Let op lichaamstaal, toon en eventuele signalen die wijzen op een escalerende situatie. 

Waarom: Door eerst te observeren kun je beter inschatten wat de situatie is en welke factoren bijdragen aan het gedrag. Dit voorkomt dat je overhaast handelt.

Geef elk groepje 2-3 minuten om te presenteren en bespreek na afloop wat de belangrijkste punten waren.

2. Benaderen op een rustige en respectvolle manier

Actie: Stap rustig naar de leerling toe en ga op ooghoogte zitten of staan om de leerling niet te intimideren. Gebruik een kalme en neutrale stem. Zeg bijvoorbeeld:

"Ik zie dat je moeite hebt met de afspraak over een regel of situatie. Wil je me uitleggen wat er aan de hand is?" Waarom: Een rustige benadering voorkomt escalatie en laat zien dat je de leerling serieus neemt. Dit geeft de leerling een gevoel van respect en ruimte om zijn/haar kant van het verhaal te vertellen.

3. Empathie tonen en grenzen aangeven

Actie: Toon begrip voor de gevoelens van de leerling zonder het gedrag goed te keuren. Benoem de grens duidelijk, bijvoorbeeld:

"Ik begrijp dat je boos bent omdat [reden], maar het is niet oké om [gedrag, zoals schreeuwen, spullen gooien]. We hebben afgesproken dat [regel]. Hoe kunnen we dit anders oplossen?"

 Waarom: Empathie toont betrokkenheid en helpt de leerling zich gehoord te voelen, terwijl het benoemen van grenzen zorgt voor duidelijkheid en structuur.

4. Actieve de-escalatie

Actie: Probeer de situatie te de-escaleren door alternatieven aan te bieden of even afstand te nemen. Stel bijvoorbeeld voor:

"Misschien helpt het om even rustig te zitten en daarna verder te praten. Wat denk je?"

Als er meerdere leerlingen bij betrokken zijn, scheid je de partijen om verdere spanning te voorkomen.

Waarom: Dit geeft de leerling tijd om af te koelen en voorkomt dat de situatie verergert.

5. Samen tot een oplossing komen

Actie: Bespreek met de leerling wat er nodig is om de situatie te verbeteren. Laat de leerling meedenken over een oplossing, maar blijf de kaders van de regels bewaken.

Waarom: Door de leerling te betrekken bij de oplossing, vergroot je de kans op medewerking en verantwoordelijkheid.

6. Evalueren en opvolgen

Actie: Bespreek na afloop kort wat er is gebeurd en hoe dit in de toekomst anders kan. Stel bijvoorbeeld:

"Wat kunnen we doen om dit de volgende keer te voorkomen?"

Als het nodig is, rapporteer je de situatie aan de docent of mentor.

Waarom: Reflecteren helpt de leerling om te leren van de situatie en voorkomt herhaling. Rapportage waarborgt de continuïteit in het begeleiden van de leerling.

Specifiek voorbeeld

Bijvoorbeeld: Een leerling met ADHD dreigt de les te verstoren door constant door de klas te lopen en spullen van anderen te pakken.

• Aanpak: Benoem op rustige toon wat je ziet: "Ik zie dat je het lastig vindt om op je plek te blijven."

• Bied een alternatief: "Misschien kun je even bij mij zitten om wat te bewegen, of wil je even buiten lucht happen?"

• Herinner aan de afspraak: "We hebben afgesproken dat iedereen rustig blijft zitten om elkaar niet af te leiden."

Bijdrage aan sociale en fysieke veiligheid

• De-escalatie: Door kalm en respectvol te handelen, voorkom je dat de situatie verder uit de hand loopt.

• Structuur en duidelijkheid: Het consistent benoemen van grenzen en regels geeft de leerling een gevoel van veiligheid.

• Relatie versterken: Empathie en samenwerking bevorderen vertrouwen en respect, wat bijdraagt aan een positief leerklimaat.

Jullie hebben een meerwaarde!!!

Met deze aanpak zorg je ervoor dat de situatie niet alleen wordt opgelost, maar ook dat de leerling leert om beter om te gaan met afspraken en regels in de toekomst. Dit versterkt de sociale en fysieke veiligheid voor iedereen.