Semana 8 - Escribir frases en español

Los objetivos de esta clase:

1. Al final de esta clase  sabes mejor las reglas  cómo escribir frases en español;
Aan het einde van deze les weet je beter hoe je zinnen moet schrijven in het Spaans  Je kunt de regels daarvoor beter toepassen.

2.Hemos practicado hacer una frases.
We hebben geoefend om zinnen te maken.


(De doelen voor deze les...)
1 / 10
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,5

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Los objetivos de esta clase:

1. Al final de esta clase  sabes mejor las reglas  cómo escribir frases en español;
Aan het einde van deze les weet je beter hoe je zinnen moet schrijven in het Spaans  Je kunt de regels daarvoor beter toepassen.

2.Hemos practicado hacer una frases.
We hebben geoefend om zinnen te maken.


(De doelen voor deze les...)

Slide 1 - Slide

El programa de hoy

Las reglas de escritura

Practicar la escritura 




  

Slide 2 - Slide

Escritura ( schrijfvaardigheid)
REGELS: Waar moet je op letten als je een Spaanse zin schrijft? OJO! , LET OP! Alle regels gelden per zin!

  • Zorg dat je zin helemaal in de juiste tijd staat: in presente , presente perfecto of toekomende tijd.
  • Gebruikt nooit TENER om het voltoid deelwoord te vertalen.
  • Beschouw een bijzin als een nieuwe zin: 1.Vanmiddag eet ik een lekkere salade,  2. omdat ik honger heb.
  • Staan alle werkwoorden bij elkaar?
  • Er hoeft alleen 1 werkwoord per zin vervoegd ,  >>> voy a comer
  • Staat je belangrijkste werkwoord in de juiste tijd?
  • Staat het werkwoord in de juiste persoonsvorm?
  • Als het een ontkennende zin is, waar staat de ontkenning dan in de zin?
  • Waar staat het bijvoegelijk naamwoord in de zin?
  • Staat de tijdsaanduiding voor of achteraan in de zin? >>> hoy, esta tarde
  • Staat de plaatsbepaling voor  of achteraan de zin? >>>>Aquí, en Uithoorn, al supermercado
  • Accenten!! ( m.n. bij de vraagwoorden) dónde, cuándo etc.
  • Zijn bijvoeglijk naamwoord/ bezittelijk voornaamwoord aangepast op zelfstandig nw en meervoud?

Slide 3 - Slide

 Escritura ( schrijfvaardigheid)
¿Qué tienes que saber?     Wat moet je kunnen?

  • Werkwoorden ( regelmatig/ onregelmatig) op de juiste manier vervoegd .
  • Voltooid deelwoord: Presente perfecto ( he hecho, has comido etc.)
  • Toekomende tijd: Futuro próximo ( Ir+ A + heel werkwoord)
  • Indefinido: Ayer fui al cine con mis padres
  • Een ontkenning ( niet, geen, niets, nooit). Op welke plek in de zin staat dit?
  • Bijvoegelijk naamwoord op de juiste plaats ( m/v!)
  • Accenten!!!
  • Juist gebruik van meervoud bij bezittelijk voornaamwoord en Bijvoegelijk naamwoord 

Slide 4 - Slide

Nu ben ik bezig met mijn huiswerk maken.

Slide 5 - Open question

Ik houd niet van dansen.

Slide 6 - Open question

Ik ben om 7 uur opgestaan. (getal niet uitschrijven)

Slide 7 - Open question

Vanochtend heb ik geen rode rok gekocht.

Slide 8 - Open question

's Middags ga ik studeren.

Slide 9 - Open question

¿Qué has aprendido hoy?
¿ Hay preguntas? 

Slide 10 - Slide