Paragraaf 5.4 - Als je zonder werk zit

Paragraaf 5.4 - Als je zonder werk zit

Fioretti College
Pincode 3 vmbo gt
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Paragraaf 5.4 - Als je zonder werk zit

Fioretti College
Pincode 3 vmbo gt

Slide 1 - Slide

Planning
  • Uitleg paragraaf 5.4
  • Huiswerk controle + maken opdrachten paragraaf 5.4

  • Als de docent aan het woord is, is iedereen stil
  • Heb je een vraag/wil je iets zeggen? Steek je hand/vinger op

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les;
  • Weet je wat de gevolgen zijn als je werkloos wordt
  • Weet je wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent
  • Weet je wat conjuncturele werkloosheid is
  • Weet je wat structurele werkloosheid is
  • Weet je wat het verschil is tussen frictiewerkloosheid,   seizoenswerkloosheid en regionale werkloosheid.

Slide 3 - Slide

Werkloosheid
Wanneer ben je officieel werkloos?
  • Je hebt tussen de 15 jaar en de pensioenleeftijd
  • Je hebt geen baan
  • Je bent actief opzoek naar werk

  • Werkloosheid ontstaat als het aanbod van arbeid groter is   dan de vraag naar arbeid

Slide 4 - Slide

Werkloosheid
Gevolgen van werkloosheid;
  • Je raakt het contact met je collega's kwijt
  • Je gaat je soms nutteloos voelen
  • Je moet je uitgaven aanpassen,
     omdat je inkomen omlaag gaat

Slide 5 - Slide

UWV
Als je werkloos bent, kun je een WW-uitkering aanvragen
  • Inschrijven bij het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen)
  • UWV helpt bij het zoeken naar een nieuwe baan
  • UWV beoordeeld of je recht hebt op een WW-uitkering
  • Geregistreerde werkloosheid
     -> werklozen die staan ingeschreven bij het UWV
  • Verborgen werkloosheid
     -> werklozen die zich niet inschrijven bij het UWV

Slide 6 - Slide

Conjuncturele werkloosheid
Of het goed of slecht gaat met de economie = conjunctuur
  • De kans om werk te vinden hangt af de economie
  • Mensen die werkloos worden, doordat de vraag naar   goederen en diensten daalt = conjuncturele werkloosheid
  • Als het slecht gaat met de economie
  • Mensen hebben minder te besteden of durven minder uit te geven -> minder verkopen, minder personeel nodig

Slide 7 - Slide

Structurele werkloosheid
Structurele werkloosheid = blijvende werkloosheid
Verandering in productie van goederen of in aanbod van diensten en arbeid
  • Bedrijven stoppen met het maken van verouderde goederen
  • Robots nemen werk van mensen over
  • Bedrijven verplaatsen productie naar lageloonlanden
  • Personeel heeft niet de juiste opleiding voor de vacatures

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Frictie-, seizoen- en regionale werkloosheid
Andere soorten werkloosheid, die gelijktijdig met conjuncturele of structurele werkloosheid kunnen voorkomen
  • Frictiewerkloosheid -> kortdurende werkloosheid
     bijv. na je studie of ontslag een nieuwe baan vinden
  • Seizoenwerkloosheid -> als bepaald werk alleen in een   bepaald deel van het jaar gedaan kan worden
  • Regionale werkloosheid -> in een bepaald gebied

Slide 10 - Slide

Aan de slag!
  • Maken opdrachten paragraaf 5.4
  • Tussendoor -> huiswerk controle
     Niet af = morgen inhalen bij de Dagdienst
  • Heb je een vraag? Steek je hand/vinger op
  • Je werkt alleen of in tweetallen
  • Je ruimt pas op als de bel is gegaan of wanneer je   toestemming hebt van de docent

Slide 11 - Slide

Volgende les
  • Opdrachten paragraaf 5.4 = geen huiswerk
  • Afmaken opdrachten paragraaf 5.4
  • Gezamenlijk rekenopdrachten maken
  • Werken aan praktische opdracht

Slide 12 - Slide