Havo 1 - H5 Lijnen en hoeken HH + quiz

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Quiz 

Hoofdstuk 5

Een loodlijn van lijn l

1. Staat 90 graden op lijn l
2. Gaat door het midden van lijn l
3. Loopt evenwijdig aan lijn l
4. Is dezelfde lijn als lijn als lijn l

Twee evenwijdige lijnen ...

1. - lopen langs elkaar - hebben een loodrechtteken
2. - staan 90 graden op elkaar - hebben een loodrechtteken
3. - lopen langs elkaar - hebben zelfde pijlen
4. - staan 90 graden op elkaar - hebben zelfde pijlen

Al ik een hoek wil meten zet ik de geodriehoek ...

1. met de 0 (zie pijl) op het te meten hoekpunt
2. de linkerpunt op het te meten hoekpunt
3. de rechterpunt op het te meten hoekpunt
4. de bovenste punt op het te meten hoekpunt

Daarna ...

1. kan ik de hoek meteen meten
2. zet ik de loodrechtlijn op een been van de hoek
3. schuif ik wat ik denk dat de graden zijn naar het been van de hoek
4. schuif ik de lange zijde naast de 0 op een been van de hoek

Na het meten kan ik controleren of ik de juiste gradenboog heb gebruikt bij het meten door

1. te kijken wat voor een soort hoek het is
2. het aantal graden op te tellen
3. de graden te vergelijken met de soort hoek
4. dat kan helemaal niet

Ik kijk eerst of het een scherpe of stompe hoek is en hoeveel graden ik heb gemeten. Ik check de graden ….

1. stomp: kleiner dan 90 scherp: groter dan 90
2. scherp: kleiner dan 90 stomp: groter dan 90
3. scherp: 90 stomp: 180
4. recht: 90 gestrekt: 180

Voor het meten van deze hoek gebruik ik de

1. Binnenste gradenboog (doorzichtig)
2. Buitenste gradenboog (geel)

Ik begin hier met de buitenste, gele gradenboog omdat ...

1. ik altijd rechts moet beginnen
2. omdat het de bovenste gradenboog is
3. de gradenboog bij het been met 0 moet beginnen
4. het niet uitmaakt waar je begint

Dit is een …...

1. Scherpe hoek
2. Stompe hoek
3. Rechte hoek
4. Buitenhoek

Hoeveel graden is deze hoek? Vul alleen het getal.

Bij het meten van deze hoek gebruik ik de

1. Binnenste gradenboog
2. Buitenste gradenboog

Ik begin hier met de binnenste gradenboog omdat ...

1. omdat het de onderste gradenboog is
2. het niet uitmaakt waar je begint
3. ik altijd links moet beginnen
4. de gradenboog bij het been met 0 moet beginnen

Dit is een ...

1. Scherpe hoek
2. Stompe hoek
3. Gestrekte hoek
4. Volle hoek

Hoeveel graden is de hoek? Vul alleen het getal.

∟S van driehoek PQS is ...

1. 180 graden
2. 72 graden
3. 90 graden
4. kun je niet weten

∟Q1 kan ik uitrekenen met de regel van ....

1. overstaande hoeken
2. hoekensom driehoek
3. gestrekte hoek
4. die kun je niet uitrekenen

Welk antwoord is juist

1. ∟Q1 = 18 graden
2. ∟Q1 kun je niet uitrekenen, alleen meten
3. ∟Q1 = 180 - 90 - 72 = 18 graden
4. ∟Q1 = 180 - 90 - 72 = 18 graden (hoekensom driehoek)

Welk antwoord is juist

1. je weet niet of ∟Q2 en ∟Q3 ook 18 graden zijn
2. ∟Q1 = ∟Q2 = ∟Q3 = 18 gradengraden
3. ∟Q1 = ∟Q2 = 18 graden
4. ∟Q1 = ∟Q3 = 18

∟Q123 kun je ...

1. niet uitrekenen
2. wel uitrekenen

∟Q123 kun je wel uitrekenen met de regel van ....

1. overstaande hoeken
2. hoekensom driehoek
3. gestrekte hoek
4. die kun je niet uitrekenen

Welk antwoord is juist

1. ∟Q123 = 18 graden
2. ∟Q123 = 3 x 18 = 54 graden
3. ∟Q123 = 180 - 72 - 44 = 64 graden (hoekensom driehoek)
4. ∟Q123 = 180 - 72 - 44 = 54 graden (hoekensom driehoek)