TAAL Gesprekken soorten

Gesprekken voeren
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1-4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Gesprekken voeren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

waar denk je aan bij een discussie

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

soorten gesprekken
  • Functioneringsgesprek 
  • Beoordelingsgesprek 
  • sollicitatiegwesprek
  • Slecht-nieuwsgesprek 
  • Coachingsgesprek 
  • Conflictgesprek

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

tips voor een gesprek
  • Non-verbale communicatie
  • Open vragen stellen
  • formeel taalgebruik

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

wat is non-verbale communicatie?
A
niets zeggen
B
geen woorden gebruiken
C
zonder woorden iets zeggen
D
praten zonder woorden

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

open vragen

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een gesloten vraag?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Formeel taalgebruik
Wat is formeel  taalgebruik?
Taal wanneer je tegen iemand 'u'zegt of 'meneer of mevrouw'
 Formeel taalgebruik is netjes.

Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?
Als je tegen iemand praat die ouder is dan jij is of die jij niet goed kent. 
Dus bijvoorbeeld tegen een volwassene, een vreemde of de koningin. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Formele taal

Formele taal is een naam voor taal die je gebruikt in serieuze situaties. 
Het is een beetje ‘stijf’. Je gebruikt het als je praat of schrijft met mensen die je niet zo goed kent of met mensen die wat belangrijker zijn. Je gedraagt je netter en je gebruikt ook wat nettere taal. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Formele taal
Dit noem je formeel taalgebruik. 
Zo spreek je tegen onbekenden of mensen met wie je met respect om gaat. Je past je taalgebruik dus aan.
R Wat je zegt en op welke manier je iets zegt, hangt af van tegen wie je het zegt, je publiek > DOELGROEP

Slide 11 - Slide

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Wat weet je al?
Formele taal
Informele taal

Slide 12 - Slide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

R Formele en informele taal
Formele taal
Informele taal
- Je spreekt de ander aan met u.
Je en jou zeggen mag.
Je gebruikt nette taal.
Je mag vlotte taal gebruiken (spreektaal, straattaal, dialect)
Je bent netjes en beleefd.
Grapjes maken mag!

Slide 13 - Slide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.