Defecten aan de melkmachine

Defecten aan de melkmachine
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Defecten aan de melkmachine

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelstelling
Aan het einde van de les kunnen de studenten uitleggen welke defecten aan de melkmachine kunnen ontstaan.

Slide 2 - Slide

Introduceer het doel van de les en herhaal dit aan het einde van de les om te zien of de studenten het begrepen hebben.
Wat weet je al over de mogelijke defecten van een melkmachine?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Inleiding
Een betrouwbare melkmachine is essentieel voor een efficiënte melkproductie. Maar wat gebeurt er als er defecten optreden?

Slide 4 - Slide

Stel het onderwerp van de les voor en geef de studenten een idee van waarom het belangrijk is om de mogelijke defecten van een melkmachine te begrijpen.
Defecten aan de melkmachine
De meest voorkomende defecten zijn: melk die niet uit de tepels komt, overmatige melkproductie, lekkende tepels, storingen in het vacuümsysteem en storingen in het melksysteem.

Slide 5 - Slide

Geef een overzicht van de verschillende problemen die kunnen optreden met de melkmachine.
Melk die niet uit de tepels komt
Dit kan te wijten zijn aan verstopte tepels, een slecht functionerende vacuümpomp of een defecte melkslang.

Slide 6 - Slide

Leg uit wat de oorzaken kunnen zijn van melk die niet uit de tepels komt en hoe dit probleem kan worden opgelost.
Overmatige melkproductie
Dit kan te wijten zijn aan overstimulatie van de tepels of een probleem met de melkklep.

Slide 7 - Slide

Beschrijf wat overmatige melkproductie is en wat de oorzaken kunnen zijn. Bespreek ook mogelijke oplossingen.
Lekkende tepels
Dit kan te wijten zijn aan tepelbeschadiging of een slechte afdichting van de melkslangen.

Slide 8 - Slide

Leg uit wat lekkende tepels zijn en wat de oorzaken kunnen zijn. Bespreek ook mogelijke oplossingen.
Storingen in het vacuümsysteem
Dit kan te wijten zijn aan een defecte vacuümpomp, lekkende slangen of een geblokkeerde vacuümklep.

Slide 9 - Slide

Beschrijf wat een vacuümsysteem is en wat de mogelijke storingen kunnen zijn. Bespreek ook mogelijke oplossingen.
Storingen in het melksysteem
Dit kan te wijten zijn aan defecte melkleidingen, verstopte filters of een slecht functionerende melkstroommeter.

Slide 10 - Slide

Leg uit wat het melksysteem is en wat de mogelijke storingen kunnen zijn. Bespreek ook mogelijke oplossingen.
Preventie van defecten
Regelmatig onderhoud en reiniging van de melkmachine kan veel defecten voorkomen.

Slide 11 - Slide

Beschrijf hoe studenten het risico op defecten aan de melkmachine kunnen verminderen door middel van regelmatig onderhoud en reiniging.
Veiligheid
Het is belangrijk om de veiligheidsvoorschriften te volgen en de machine correct te gebruiken om ongelukken te voorkomen.

Slide 12 - Slide

Beschrijf de veiligheidsprocedures die studenten moeten volgen bij het gebruik van de melkmachine.
Conclusie
Het begrijpen van de mogelijke defecten van een melkmachine is essentieel voor een efficiënte melkproductie en het verminderen van het risico op ongelukken.

Slide 13 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en beantwoord eventuele vragen die studenten mogelijk hebben.
Quizvraag 1
Wat zijn de meest voorkomende defecten aan een melkmachine?

Slide 14 - Slide

Gebruik deze quizvraag om te controleren of de studenten de belangrijkste punten van de les hebben begrepen.
Quizvraag 2
Wat zijn enkele manieren om defecten aan de melkmachine te voorkomen?

Slide 15 - Slide

Gebruik deze quizvraag om te controleren of de studenten de informatie over preventie van defecten hebben begrepen.
Quizvraag 3
Waarom is het belangrijk om de veiligheidsvoorschriften te volgen bij het gebruik van de melkmachine?

Slide 16 - Slide

Gebruik deze quizvraag om te controleren of de studenten begrijpen waarom veiligheidsprocedures belangrijk zijn bij het gebruik van de melkmachine.
Bronnen
Voeg hier een lijst met bronnen toe die zijn gebruikt bij het maken van de les.

Slide 17 - Slide

Vermeld alle bronnen die zijn gebruikt om de les te maken, zodat studenten deze kunnen raadplegen als ze meer willen weten over het onderwerp.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.