2.5 bevruchting, 2.6 geboorte

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

2.5 bevruchting

Leerdoelen

Je kunt beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van de vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting

Je kunt de embryonale ontwikkeling beschrijven

Je kunt beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan

Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen

Je kunt de gemiddelde leeftijden en voorbeelden van ontwikkeling bij de levensfasen van de mens benoemen

Eicel blijft na de ovulatie 12 tot 24 uur leven

Zaadcel kan 3 dagen in leven blijven 

Vruchtbare periode = moment dat de eicel bevrucht kan worden

bevruchting

Bevruchting

Bevruchting (embryo)

Bevruchting en innesteling

Placenta= weefsel van embryo en moeder

Het bloed van de embryo stroomt langs het bloed van de moeder en delen voedingsstoffen uit

bloed van de moeder stroomt NIET door 

de embryo

slechte stoffen zoals 

alcohol worden ook uitgedeeld 

Navelstreng

Navelstrengader: vervoert zuurstofrijk bloed en voedingsstoffen van de placenta naar het embryo

Navelstrengslagaders: vervoeren zuurstofarm bloed en afvalstoffen van het embryo naar de placenta

Foetus

Na 3 maanden noemen we het kind een een foetus.

Bij zowel embryo als foetus werken de hersenen, spieren, hart en bloedvaten al.

Tweeling

twee-eiige tweeling

eeneiige tweeling

Siamese tweeling

Geboorte Eerst de indaling

Daarna de bevalling

Bestaat uit 3 fasen:

Ontsluiting

Uitdrijving

Nageboorte

Indaling (paar week voor bevalling)

ONTSLUITING (weeën)

Uitdrijving(persweeën)

Tijdens de uitdrijving

Persweeen persen het kind naar buiten

=

spieren in de buikwand

kan seconden tot 2 uur duren

Ligging foetus

Na de geboorte

Naweeën

Sleep de onderdelen van een bevalling in de juiste volgorde van begin tot eind

Ontsluiting

Uitdrijving

Nageboorte

De bevalling begint meestal met

1. weeën
2. het breken van de vruchtvliezen ('water')
3. weeën of het breken van de vliezen
4. persweeën

Welke fase van de bevalling is hier te zien?

1. Indalen
2. Ontsluiting
3. Uitdrijving
4. Nageboorte

Hoe heet deze fase van de bevalling?

1. indaling
2. uidrijving
3. ontsluiting
4. weeën

Wat ga je doen

2.5 maak opdracht 26 tot en met 29, 31, 32, 35

2.6 Maken opdracht 36, 37, 39, 40, 41