H2.4 - Bevruchting en zwangerschap

H2.4 - Bevruchting en zwangerschap
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2.4 - Bevruchting en zwangerschap

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • Beschrijven welke veranderingen er in het lichaam van een vrouw plaatsvinden net voor en na de bevruchting;
  • De verschillen in de functie van zaadcellen en eicellen noemen;
  • De embryonale ontwikkeling beschrijven;
  • Beschrijven hoe eeneiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.

Slide 2 - Slide

Noem één onderdeel van het voortplantingsstelsel van een vrouw en wat is de functie van dit onderdeel?

Slide 3 - Open question

Wat is de ovulatie?

Slide 4 - Open question

Wat gebeurt er bij de menstruatie?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Waarom is het van belang dat er tijdens een zwangerschap geen menstruatie optreedt?

Slide 10 - Open question

Bevruchting
Belangrijke woorden
Bevruchting: het samensmelten van de kernen van de eicel en de zaadcel
Innesteling: het klompje cellen nestelt zich in het baarmoederslijmvlies
Embryo: naam voor het ingenestelde klompje eicellen tijdens de eerste acht weken
Foetus: naam voor het embryo vanaf de derde maand 

Slide 11 - Slide

De placenta wordt gevormd 
In het baarmoederslijmvlies zitten holten die zijn gevuld met bloed van de moeder. Via uitstulpingen neemt het embryo zuurstof en voedingsstoffen op uit dit bloed. 

Slide 12 - Slide

Hoe neemt een embryo van een paar dagen oud voedingsstoffen en zuurstof op?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Placenta
In de placenta stroomt het bloed van de moeder vlak langs het bloed van het embryo.
Ook ziekteverwekkers, drugs, nicotine, alcohol en sommige geneesmiddelen. Ze kunnen de groei remmen en afwijkingen veroorzaken.  

Slide 15 - Slide

Navelstreng en vruchtwater

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Belangrijke woorden
Placenta: zorgt voor uitwisseling van zuurstof en voedingsstoffen
Navelstreng: verbinding tussen placenta en baby
Vruchtwater: beschermt tegen uitdroging, stoten en temperatuurwisselingen
Vruchtvliezen: soort zak met daar in het vruchtwater en het embryo 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Tweelingen
Belangrijke woorden
Twee-eiige tweeling: ontstaan uit twee eicellen en twee zaadcellen
Eeneiige tweeling: ontstaan uit één eicel en één zaadcel

Slide 20 - Slide

Isa is een eeneiige tweeling.
Heeft zij een tweelingbroer of een tweelingzus?
A
Tweelingbroer
B
Tweelingzus

Slide 21 - Quiz

Door hoeveel zaadcellen wordt de eicel bevrucht bij een eeneiige tweeling?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quiz

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde, start bovenaan
Ovulatie
Bevruchting
Innesteling 
Embryo
ontwikkeling placenta
Foetus

Slide 23 - Drag question

Basisstof 5 Geboorte 
Leerdoel: Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen. 

Slide 24 - Slide

De geboorte gaat in vijf stappen
1. Indaling
2. Ontsluiting
3. Breken van de vruchtvliezen
4. Uitdrijving
5. Nageboorte 

Slide 25 - Slide

1. Indaling
Start indaling paar weken voor de bevalling

Slide 26 - Slide

2. Ontsluiting
De bevalling begint vaak met weeën. 
Ontsluitingsweeën baarmoedermond wordt wijder 

Slide 27 - Slide

3. Breken van de vliezen en 
4. Uitdrijving
5. Nageboorte

Slide 28 - Slide

In welke fase van de geboorte krijgt een vrouw persweeën?
A
Breken van de vliezen
B
Indaling
C
Ontsluiting
D
Uitdrijving

Slide 29 - Quiz

Wat verlaat het lichaam van de vrouw tijdens de nageboorte?
A
Baarmoeder
B
Baby
C
Placenta
D
Resten van de navelstreng

Slide 30 - Quiz