Thema school - A1 - spelling

Mijn leven - school - spelling
1 / 48
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mijn leven - school - spelling

Slide 1 - Slide

Wat is dit?
A
het paper
B
de paper
C
het papier
D
de papier

Slide 2 - Quiz

Wat is dit?
A
de goom
B
de hom
C
de gom
D
de ghoom

Slide 3 - Quiz

Wat is dit?
A
het scrift
B
het schrieft
C
het schreft
D
het schrift

Slide 4 - Quiz

Wat is dit?
A
het bord
B
het boord
C
het bort
D
het brod

Slide 5 - Quiz

Wat is dit?
A
de taffel
B
de tafel
C
de tavel
D
de tavvel

Slide 6 - Quiz

Wat is dit?
A
de scaar
B
de schaar
C
de schar
D
de schat

Slide 7 - Quiz

Wat is dit?
A
de slijper
B
de sleeper
C
de sliper
D
het sleeper

Slide 8 - Quiz

Wat is dit?
A
de computer
B
de compoeter
C
de compuuter

Slide 9 - Quiz

Wat is dit?
A
de klass
B
de klaas
C
de klas
D
de kassa

Slide 10 - Quiz

Wat is dit?
A
de pennenzak
B
de penzak
C
de peennenzak

Slide 11 - Quiz

Wat is dit?
A
de stol
B
de stool
C
de steel
D
de stoel

Slide 12 - Quiz

Wat is dit?
A
de lat
B
de laat
C
de let
D
de leet

Slide 13 - Quiz

Wat is dit?
A
de lem
B
de liem
C
de leem
D
de lijm

Slide 14 - Quiz

Wat is dit?
A
de scol
B
de scool
C
de school
D
de schol

Slide 15 - Quiz

Wat is dit?
A
de maap
B
de map
C
de mop
D
de mep

Slide 16 - Quiz

En dan nu de werkwoorden

Slide 17 - Slide

Wat is dit?
A
slapen
B
typen
C
voetballen
D
zitten

Slide 18 - Quiz

Wat is dit?
A
drinken
B
eten
C
luisteren
D
schrijven

Slide 19 - Quiz

Wat is dit?
A
drinken
B
eten
C
luisteren
D
schrijven

Slide 20 - Quiz

Wat is dit?
A
schrijven
B
praten
C
lezen
D
muziek luisteren

Slide 21 - Quiz

Wat is dit?
A
schrijven
B
praten
C
lezen
D
muziek luisteren

Slide 22 - Quiz

Wat is dit?
A
eten
B
praten
C
douchen
D
drinken

Slide 23 - Quiz

Wat is dit?
A
herhalen
B
typen
C
voetballen
D
praten

Slide 24 - Quiz

Wat is dit?
A
rechtstaan
B
zitten
C
slapen
D
muziek luisteren

Slide 25 - Quiz

Wat is dit?
A
studeren
B
praten
C
typen
D
schrijven

Slide 26 - Quiz

Wat is dit?
A
luisteren
B
praten
C
lezen
D
vragen

Slide 27 - Quiz

Hoe vervoeg je een werkwoord?

Slide 28 - Slide

drink
drinkt
drinkt
drinken
drinken
drinken
ik
jij
hij / zij
wij
jullie
zij (2 of meer mensen)

Slide 29 - Drag question

luister
luistert
luistert
luisteren
luisteren
luisteren
ik
jij
hij / zij
wij
jullie
zij (2 of meer mensen)

Slide 30 - Drag question

plak
plakt
plakt

plakken
plakken
plakken
ik
jij
hij / zij
wij
jullie
zij (2 of meer mensen)

Slide 31 - Drag question

typ
typt
typt
typen
typen
typen
ik
jij
hij / zij
wij
jullie
zij (2 of meer mensen)

Slide 32 - Drag question

het huis
Werkwoord
geen werkwoord
eten
slapen
het papier
de klas
schrijven
het raam
de deur

Slide 33 - Drag question

Wat is goed:
De jongen ....
A
drink
B
drinkt
C
drinken

Slide 34 - Quiz

Ik ..... naar de buurman.
A
luister
B
luistert
C
luisteren

Slide 35 - Quiz

Hij ...... zijn naam.
A
zeg
B
zegt
C
zeggen

Slide 36 - Quiz

Jullie .... het goed.
A
begrijp
B
begrijpt
C
begrijpen

Slide 37 - Quiz

Wij .... koffie.
A
drinkt
B
drink
C
drinken

Slide 38 - Quiz

Zij (1 persoon) ...... een brief.
A
schrijf
B
schrijven
C
schrijft

Slide 39 - Quiz

Ik
vandaag
loop
naar school.

Slide 40 - Drag question

Tekst
Tekst
Tekst
1
2
3
4
Ik 
knip
met 
de schaar.

Slide 41 - Drag question

Tekst
Tekst
Tekst
1
2
3
4
Ik 
plak
met 
de lijm.

Slide 42 - Drag question

Tekst
Tekst
Tekst
1
2
3
4
Ik 
zit
op
de stoel.

Slide 43 - Drag question

Tekst
Tekst
Tekst
1
2
3
4
Ik 
luister
naar 
de leerkracht.

Slide 44 - Drag question

Tekst
Tekst
Tekst
1
2
3
4
Ik 
typ
een woord
op de computer.

Slide 45 - Drag question

Tekst
Tekst
Tekst
1
2
3
4
Wij
zitten
in
de klas.

Slide 46 - Drag question

Tekst
Tekst
Tekst
1
2
3
4
Shamsullah en Rahimullah
schrijven
in
de map.

Slide 47 - Drag question

Tekst
Tekst
Tekst
1
2
3
4
Wij
vinden
school
leuk.

Slide 48 - Drag question