Thema school - A1 - 19/4

Mijn leven - school - 19/4
1 / 48
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Mijn leven - school - 19/4

Slide 1 - Slide

de leerkracht
de leerling
de map
de klas

Slide 2 - Drag question

Wat is dit?
A
de pen
B
de gom
C
het potlood
D
de stift

Slide 3 - Quiz

de gang
de school
de speelplaats
het toilet

Slide 4 - Drag question

het papier
de school
het boek
het schrift

Slide 5 - Drag question

Wat is dit?
A
het potlood
B
de pen
C
het papier
D
het schrift

Slide 6 - Quiz

1
2
3
4
5
het kleurpotlood
de pen
de lat
het papier
de gom

Slide 7 - Drag question

Wat is dit?
A
het papier
B
de pen
C
de gom
D
het potlood

Slide 8 - Quiz

Wat is dit?
A
de klas
B
de tafel
C
de leerkracht
D
de school

Slide 9 - Quiz

Wat is dit?
A
het papier
B
het potlood
C
de map
D
het schrift

Slide 10 - Quiz

Wat is dit?
A
het (school)bord
B
de klas
C
de leerkracht
D
de leerling

Slide 11 - Quiz

het kleurpotlood
het potlood
de plakband
de lijm

Slide 12 - Drag question

Wat is dit?
A
de stoel
B
de tafel
C
de deur
D
de kast

Slide 13 - Quiz

Wat is dit?
A
de lijm
B
de schaar
C
de slijper
D
de gom

Slide 14 - Quiz

Wat is dit?
A
het schrift
B
de slijper
C
de gom
D
het boek

Slide 15 - Quiz

Wat is dit?
A
de computer
B
de televisie
C
het raam
D
de kast

Slide 16 - Quiz

Wat is dit?
A
de school
B
de agenda
C
de klas
D
de kassa

Slide 17 - Quiz

Wat is dit?
A
de pennenzak
B
de boekentas
C
de pen
D
de plakband

Slide 18 - Quiz

En dan nu de werkwoorden

Slide 19 - Slide

timer
2:00
Welke werkwoorden ken je?

Slide 20 - Mind map

knippen
typen
vragen
plakken

Slide 21 - Drag question

herhalen
rechtstaan
zitten
studeren

Slide 22 - Drag question

Wat is dit?
A
slapen
B
typen
C
voetballen
D
zitten

Slide 23 - Quiz

Wat is dit?
A
drinken
B
eten
C
luisteren
D
schrijven

Slide 24 - Quiz

Wat is dit?
A
drinken
B
eten
C
luisteren
D
schrijven

Slide 25 - Quiz

Wat is dit?
A
schrijven
B
praten
C
lezen
D
muziek luisteren

Slide 26 - Quiz

Wat is dit?
A
schrijven
B
praten
C
lezen
D
muziek luisteren

Slide 27 - Quiz

Wat is dit?
A
eten
B
praten
C
douchen
D
drinken

Slide 28 - Quiz

Wat is dit?
A
herhalen
B
typen
C
voetballen
D
praten

Slide 29 - Quiz

Wat is dit?
A
rechtstaan
B
zitten
C
slapen
D
muziek luisteren

Slide 30 - Quiz

Wat is dit?
A
studeren
B
praten
C
typen
D
schrijven

Slide 31 - Quiz

Wat is dit?
A
luisteren
B
praten
C
lezen
D
vragen

Slide 32 - Quiz

Hoe vervoeg je een werkwoord?

Slide 33 - Slide

Drinken is het hele werkwoord.

Drink is de ik-vorm
  • ik     ik- vorm           drink
  • jij     ik-vorm + t      drinkt  ..
  • drink  jij/je
  • u     ik-vorm+t         drinkt
  • hij   ik-vorm+ t        drinkt
  • zij   ik-vorm+ t         drinkt
  • wij     hele werkwoord       drinken
  • jullie hele werkwoord       drinken
  • zij      hele werkwoord       drinken

Slide 34 - Slide

drink
drinkt
drinkt
drinken
drinken
drinken
ik
jij
hij / zij
wij
jullie
zij (2 of meer mensen)

Slide 35 - Drag question

schrijf
schrijft
schrijft
schrijven
schrijven
schrijven
ik
jij
hij / zij
wij
jullie
zij (2 of meer mensen)

Slide 36 - Drag question

luister
luistert
luistert
luisteren
luisteren
luisteren
ik
jij
hij / zij
wij
jullie
zij (2 of meer mensen)

Slide 37 - Drag question

plak
plakt
plakt

plakken
plakken
plakken
ik
jij
hij / zij
wij
jullie
zij (2 of meer mensen)

Slide 38 - Drag question

typ
typt
typt
typen
typen
typen
ik
jij
hij / zij
wij
jullie
zij (2 of meer mensen)

Slide 39 - Drag question

het huis
Werkwoord
geen werkwoord
eten
slapen
het papier
de klas
schrijven
het raam
de deur

Slide 40 - Drag question

Wat is goed:
De jongen ....
A
drink
B
drinkt
C
drinken

Slide 41 - Quiz

Ik ..... naar de buurman.
A
luister
B
luistert
C
luisteren

Slide 42 - Quiz

Hij ...... zijn naam.
A
zeg
B
zegt
C
zeggen

Slide 43 - Quiz

Jullie .... het goed.
A
begrijp
B
begrijpt
C
begrijpen

Slide 44 - Quiz

Wij .... koffie.
A
drinkt
B
drink
C
drinken

Slide 45 - Quiz

Zij (1 persoon) ...... een brief.
A
schrijf
B
schrijven
C
schrijft

Slide 46 - Quiz

Ik
vandaag
loop
naar school.

Slide 47 - Drag question

Tekst
Tekst
Tekst
1
2
3
4
Wij
vinden
school
leuk

Slide 48 - Drag question