Voor een verdere uitleg, bekijk je ook het filmpje voordat je begint aan de opdrachten op de site Nieuw Nederlands.
Je maakt vandaag de opdrachten online.
Slide 13 - Slide
Woordenlijstopdracht
Naast de opdrachten uit je boek (Nieuw Nederlands), maak je de komende tijd een woordenlijst aan. Deze opdracht lever je in voor een cijfer (o/v/g).
Slide 14 - Slide
Wat ga je doen?
Je gaat een eigen woordenlijst aanleggen met moeilijke woorden die je op school of daarbuiten tegenkomt. Deze lijst bestaat uit 30 woorden die aan de volgende criteria voldoen:
je kende de woorden nog niet
het is nuttig om deze woorden te leren kennen
de woorden maken geen deel uit van een begrippenlijst die je voor een (ander) vak moet leren. Wanneer je bijvoorbeeld bij aardrijkskunde het woord ‘agglomeratie’ moet kennen, ga je dat niet ook hier gebruiken.
Slide 15 - Slide
Hier vul je het moeilijke woord in.
Slide 16 - Slide
Hier vul je de betekenis in van het woord.
Slide 17 - Slide
Woordenlijstopdracht
1. Je maakt een lijst van 30 woorden (woord - betekenis)
2. Daarnaast kies je een verwerkingsopdracht bij 5 van je woorden. Verwerkingsopdrachten vind je bij de opdracht (in TEAMS)
let op: Je hoeft de woordenlijsten niet elke week in te leveren maar levert alleen op 4 juni de opdracht in. Begin op tijd!
Slide 19 - Slide
De beoordeling! Let op: voor een goed moet je iets extra's doen.
onvoldoende:
niet voldoende woorden op je lijst/ verwerkingsopdracht mist/ woorden voldoen niet aan de eisen.
voldoende:
30 woorden op de lijst + goede betekenis. 1 Goed uitgewerkte verwerkingsopdracht. De woorden voldoen aan de eisen.
goed:
30 woorden op de lijst + goede betekenis. 2 Goed uitgewerkte verwerkingsopdracht of 5 extra woorden in de verwerkingsopdracht. De woorden voldoen aan de eisen.
Slide 20 - Slide
Deze les:
Woordenschat H4 - hier werk je deze les aan. Zorg dat het voor vrijdag 16.00 af is.
Deze week:
Start maken woordenlijst
Deze les:
Woordenschat Hoofdtuk 4 - hier werk je deze les aan. Voor vrijdag 16.00 moet dit af zijn.