Sociale media en beeldvorming: Hoe beïnvloeden algoritmes onze kijk op de wereld?

Sociale media en beeldvorming: Hoe beïnvloeden algoritmes onze kijk op de wereld?

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat sociale media en beeldvorming zijn, begrijp je de term 'eenduidige beeldvorming' en kun je uitleggen hoe algoritmes werken.

Wat weet je al over sociale media en beeldvorming?

Wat zijn sociale media?

Sociale media zijn online platforms waar gebruikers content kunnen delen, zoals berichten, foto's en video's, en kunnen communiceren met anderen.

Wat is beeldvorming?

Beeldvorming verwijst naar de manier waarop mensen en gebeurtenissen worden gepresenteerd en waargenomen in de media. Het kan invloed hebben op hoe we denken en handelen.

Wat is eenduidige beeldvorming?

Eenduidige beeldvorming betekent dat er maar één perspectief of mening wordt getoond, waardoor andere perspectieven worden uitgesloten. Dit kan leiden tot een eenzijdig beeld van de werkelijkheid.

Hoe werken algoritmes?

Algoritmes zijn sets van instructies die computers gebruiken om taken uit te voeren. Op sociale media worden algoritmes gebruikt om content te selecteren en te tonen aan gebruikers op basis van hun voorkeuren en gedrag.

De invloed van algoritmes

Algoritmes kunnen onze kijk op de wereld beïnvloeden door ons bloot te stellen aan bepaalde content en ons weg te houden van andere perspectieven. Dit kan leiden tot een filterbubbel waarin we alleen informatie zien die onze bestaande overtuigingen bevestigt.

Vmbo tl

Vmbo tl staat voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs theoretische leerweg. Het is een niveau van voortgezet onderwijs waarin leerlingen theoretisch worden opgeleid voor vervolgopleidingen of de arbeidsmarkt.

Samenvatting

Tijdens deze les hebben we geleerd wat sociale media zijn, wat beeldvorming inhoudt, wat eenduidige beeldvorming betekent en hoe algoritmes onze kijk op de wereld kunnen beïnvloeden.

Reflectievraag

Hoe denk je dat sociale media en algoritmes jouw beeldvorming beïnvloeden?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.