Chapter 3 Law and order all stones, grammar and vocab

Chapter 3 oefentoets
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Chapter 3 oefentoets

Slide 1 - Slide

Wat betekent:
evidence
A
evenbeeld
B
dichtheid
C
beschrijven
D
bewijs

Slide 2 - Quiz

Wat betekent:
burglary
A
burgerlijke stand
B
diefstal
C
overval
D
inbreken

Slide 3 - Quiz

Wat betekent:
It's a steal
A
het is iets dat gestolen is
B
het is een koopje
C
het is een stijl
D
het is van staal

Slide 4 - Quiz

Wat betekent:
cooperation
A
medewerking
B
samenwerking
C
bedrijf
D
supermarkt

Slide 5 - Quiz

Wat betekent:
scarf
A
angst
B
kras
C
litteken
D
sjaal

Slide 6 - Quiz

Vertaal in het Engels:
verdwijnen

Slide 7 - Open question

Vertaal in het Engels:
verdacht

Slide 8 - Open question

Vertaal in het Engels:
achtervolgen

Slide 9 - Open question

Vertaal in het Engels:
eindelijk

Slide 10 - Open question

Vertaal in het Engels:
fascineren

Slide 11 - Open question

Vertaal in het Engels
getuige

Slide 12 - Open question

I saw ________children go to school.
A
both
B
each
C
all
D
every

Slide 13 - Quiz

_________countries have a flag
A
both
B
each
C
all
D
every

Slide 14 - Quiz

____________ of the prisoners could escape
A
both
B
each
C
all
D
none

Slide 15 - Quiz

Hoe maak je de
vtt in het Engels?

Slide 16 - Mind map

Maak een zin
in de vtt
bij de foto

Slide 17 - Open question

Maak een zin
in de vtt
bij de foto

Slide 18 - Open question

Maak een zin
in de vtt
bij de foto

Slide 19 - Open question

De vrouw had kort zwart haar en een litteken op haar hand
foute stone
The woman had short black hair and a scar on her hand. 
The girl had short black hair and wore a red scarf and a hat.

Slide 20 - Drag question

Vertaal de stones
Pardon meneer, ik wil graag aangifte doen van een misdrijf

Slide 21 - Open question

Vertaal de stones
De politie sprak met alle verdachten.

Slide 22 - Open question

Vertaal de stone
Twee bewakers renden achter de winkeldief aan.

Slide 23 - Open question

The present perfect (vtt) van
to run...(we)
A
ran
B
run
C
have run
D
has run

Slide 24 - Quiz

The present perfect (vtt) van
to do (he)
A
has does
B
has done
C
have done
D
has did

Slide 25 - Quiz

The present perfect (vtt) van
to buy (she)
A
have bought
B
have buyed
C
has buyed
D
has bought

Slide 26 - Quiz

The present perfect (vtt) van
to fall (it)
A
fell
B
have felled
C
has falled
D
has fallen

Slide 27 - Quiz

The present perfect (vtt) van
look (I)
A
have looked
B
has looked
C
looked
D
has looken

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Video

Ik begrijp de present perfect (vtt)
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Ik weet wanneer ik
both, each, all, every, none
in moet vullen
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Op deze datum doen we de toets over
theme 3 Law and Order:
woensdag het zevende 2 maart
woensdag het achtste 2 maart
donderdag het zesde 3 maart
Een week later

Slide 32 - Poll