Medicatieveiligheid (2)

Medicatieveiligheid
1 / 40
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Medicatieveiligheid

Slide 1 - Slide

Lesdoel
De student kan in eigen woorden vertellen;
  • Wat bedoeld wordt met medicatieveiligheid
  • veel voorkomende oorzaken medicatiefouten benoemen
  • wat de 5 J's inhoud
  • doel dubbele controle
  • Vertellen wat BEM codering inhoud
  • Quiz vragen medicatieveiligheid beantwoorden

Slide 2 - Slide

Waar denken jullie aan bij medicatie veiligheid?

Slide 3 - Open question

Voorbeeld medicatiemissers

  • De dagdienst rapporteert niet dat bij een cliënt vandaag een kies is getrokken. Die krijgt bloed verdunnende medicatie en daardoor ernstig bloedverlies
  • Een verzorgende geeft capsules die zijn bedoeld om mee te vernevelen aan de cliënt om met een glas water in te nemen
  • Een cliënt eet een halve tablet Steradent (voor het reinigen van ge-bitsprotheses). Deze lag namelijk al klaar op zijn nachtkasje.
  • Een cliënt krijgt de medicatie van 12.00 en 14.00 uur niet. Hierdoor heeft zij langer pijn

(Bron Kennisbundel medicatieveiligheid januari 2014)


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Medicatieveiligheid
  • Wat is het?
  • De veilige principes
  • Waar gaat het om?
  • Oorzaken medicatiefouten
  • Quiz
  • Tips  
  • Opdracht

Slide 6 - Slide

Wat is het?
  • Alle activiteiten die zijn gericht op de juiste voorschrijving, aflevering en het juiste gebruik van geneesmiddelen
  • Gericht op het zo min mogelijk maken van fouten bij medicatie
  • Signaleren van (bijna) fouten
  • Veilige zorg voor de cliënt én veilig werken voor de zorgmedewerker

Slide 7 - Slide

De veilige principes
1.  Voorschrijven
2. Ter hand stellen/afleveren
3.  Opslag/beheer
4. Gereed maken
5. Toedienen en registreren
6. Evaluatie

Slide 8 - Slide

Het uiteindelijke doel
de juiste cliënt
krijgt het juiste medicijn
op de juiste tijd
in de juiste dosering
en op de juiste toedienwijze

Regel van 5

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Waar gaat het om?
  • Wees je bewust van risico’s bij het werken met medicatie
  •  Wat is nu veilig om te doen?
  • Weten waarom iets veilig is
  • Weten wie waarvoor verantwoordelijk is
  • Signaleren en bespreken

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Wat zijn veel voorkomende oorzaken van medicatiefouten?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Veelvoorkomende oorzaken 
  • Menselijke (werkdruk) en organisatorische fouten
  • Geen toedienlijst: niet weten wat te moeten geven
  •  Zelf maken van een medicijnlijstje
  • Geen duidelijke afspraken in het zorgdossier
  • Storingen tijdens het werken met medicatie
  • De instructie is niet duidelijk
  • Medicatie die niet mag worden gemalen wordt toch gemalen
  • Geen goede toedienregistratie


Slide 15 - Slide

Samenwerking
- Alle disciplines hebben hun eigen taken en verantwoordelijkheden in het medicatieproces
- De veilige principes zijn leidraad voor ketenpartners in de VVT sector
- Afspraken worden tussen betrokkenen gemaakt met gezond verstand

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Welke verantwoordelijkheden & taken heb jij als VIG bij het toedienen en registreren van medicatie?

Slide 18 - Open question

Verantwoordelijkheden en taken VVT medewerker stap 4. Toedienen en registreren
Veilige Principes in de medicatieketen. Voorbeeld V&V zorgmedewerker, stap 4 medicatieproces, toedienen en registreren. Wat zijn jouw taken en verantwoordelijkheden?

1. De zorgmedewerker geeft alleen medicatie als de medewerker daartoe bekwaam en bevoegd is.
2. De zorgmedewerker werkt zorgvuldig en geconcentreerd.
3. De zorgmedewerker dient toe aan de hand van een actuele toedienlijst die is aangeleverd door de apotheek.
4. De zorgmedewerker werkt bij voorbehouden en risicovolle handelingen op basis van een uitvoeringsverzoek
van de arts.
5. De zorgmedewerker geeft de juiste medicatie in juiste dosis op de juiste wijze op de juiste tijd aan de juiste
cliënt.
6. Bij GDS: De zorgmedewerker controleert of tekst van de medicatie op het etiket van het zakje identiek is aan
de medicatie op de toedienlijst en of het aantal klopt

Slide 19 - Slide

Verantwoordelijkheden en taken VVT medewerker stap 4. Toedienen en registreren
Veilige Principes in de medicatieketen. Voorbeeld V&V zorgmedewerker, stap 4 medicatieproces, toedienen en registreren. Wat zijn jouw taken en verantwoordelijkheden?

7. De zorgmedewerker tekent af per medicijn (ook bij GDS) op de toedienlijst als medicatie is toegediend.
Verantwoordt als de medicatie niet is toegediend of ingenomen.
8. De zorgmedewerker is extra alert op losse medicatie (niet in zakje), ‘zo nodig’ medicatie, wijzigingen in
medicatie, en medicatie op afwijkende tijden.
9. De zorgmedewerker neemt bij onjuiste inhoud van GDS en bij twijfel altijd contact op met apotheek en/of
arts volgens afspraken in de zorgorganisatie.
10. De zorgmedewerker past waar nodig dubbele controle toe, volgens afspraken binnen de zorgorganisatie.
11. De zorgmedewerker bewaart de toedienlijst en actueel medicatieoverzicht conform de afspraken.

Slide 20 - Slide

Welke 5 dingen check je voordat je je cliënt medicatie geeft? Juiste:

Slide 21 - Open question

BEM codering
BEM staat voor Beoordeling Eigen beheer
Medicatie. Hiermee wordt ook wel de
medicatiecode  bedoeld.
De BEM codering moet elk half jaar worden
geëvalueerd tijdens het MDO.

Slide 22 - Slide

Dubbele controle

Slide 23 - Slide

Wat weten jullie over dubbele controle?

Slide 24 - Open question

Het werken met medicijnen is risicovol. Voor de cliënt kunnen foute medicijnen schade toebrengen. Voor de zorgmedewerker kunnen medicatiefouten gevolgen hebben voor je beroepsuitoefening. Daarom is voor bepaalde, risicovolle medicatie een dubbele controle belangrijk. Door een dubbele controle verklein je de kans op fouten. Hoe zorgvuldig je ook werkt: een fout zit in een klein hoekje! Neem daarom de dubbele controle serieus - ook als jij de dubbele controle doet voor een collega.

Slide 25 - Slide

Dubbele controle geld niet voor alle medicatie. Medicatie in GDS behoeft geen dubbele controle
Wanneer nodig staat dit aangegeven op de medicatielijst in het zorgdossier.
Vaak is dit het geval bij medicatie als;
 insuline, bloedverdunners als acenecoumarol en opiaten

Slide 26 - Slide

Wie de dubbele controle mag uitvoeren, is beleid van de organisatie. Op basis van de afspraken in de organisatie spreekt de zorgmedewerker af per cliënt wie in die situatie de dubbele controle doet en legt dit vast.
Het verdient de voorkeur dat de cliënt (of mantelzorger) zelf de dubbele controle doet als hij dat kan. Op die manier houdt de cliënt (of mantelzorger) zoveel mogelijk eigen verantwoordelijkheid en is hij goed betrokken bij de zorg.

Slide 27 - Slide

Degene die de dubbele controle doet, moet:

  • In staat zijn om die dubbele controle te doen.
  • Moet weten (zo nodig geleerd worden) wat hij moet controleren.
  • Moet de dubbele controle serieus en met aandacht doen - het gaat immers om risicovolle medicatie, de controle is niet voor niets.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Vóór het spuiten van insuline, wordt altijd een dubbelcheck uitgevoerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quiz

Mag de cliënt een dubbelcheck bij risicovolle medicatie uitvoeren?
A
Dit is afhankelijk van het beleid binnen de organisatie
B
Als de cliënt dit op de juiste manier doet, dan mag dat
C
Dit is afhankelijk van het beleid binnen de organisatie en of de cliënt dit op de juiste manier kan doen
D
Nee, een cliënt mag de dubbelcheck niet uitvoeren

Slide 31 - Quiz

Hoe mag een dubbelcheck uitgevoerd worden?
A
Alleen samen met een collega die aanwezig is
B
Samen met een collega die aanwezig is of als je zelfstandig werkt via een foto

Slide 32 - Quiz

Voor het geven van een bloeddrukverlager (tabletvorm) wordt altijd een dubbelcheck uitgevoerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Welke rol heb je als zorgmedewerker als een cliënt medicatie in eigen beheer heeft?
A
Als een cliënt medicatie in eigen beheer heeft, speel ik daarin geen rol
B
Als een cliënt medicatie in eigen beheer heeft, heb ik nog steeds een verantwoordelijkheid

Slide 34 - Quiz

Hoe leg je afspraken rond het beheren van medicatie vast?
A
Alle afspraken, taken en verantwoordelijkheden over het beheren van medicatie worden wel vastgelegd in het zorgplan, maar niet altijd met de cliënt of zijn vertegenwoordiger besproken.
B
Alle afspraken, taken en verantwoordelijkheden over het beheren van medicatie worden in overleg met de cliënt of zijn vertegenwoordiger gemaakt en vastgelegd in het zorgplan.
C
Niet alle afspraken, taken en verantwoordelijkheden over het beheren van medicatie worden vastgelegd.

Slide 35 - Quiz

Wat is juist?
A
De toedienlijst en het actuele medicatieoverzicht moeten te vinden zijn in het zorgdossier van een cliënt.
B
De toedienlijst moet in het zorgdossier te vinden zijn.
C
Alleen het actuele medicatieoverzicht moet in het zorgdossier te vinden zijn.

Slide 36 - Quiz

Als een zorgorganisatie het beheer van medicatie van cliënten heeft overgenomen, is de zorgorganisatie verantwoordelijk voor 'de opslag'. Wat houdt dat in?
A
Het bewaren volgens de juiste bewaarcondities.
B
Het zodanig bewaren dat onbevoegden geen toegang hebben tot de medicatie.
C
Zowel het bewaren volgens de juiste bewaarcondities als het zodanig bewaren dat onbevoegden geen toegang hebben tot de medicatie.

Slide 37 - Quiz

Dubbele controle van risicovolle medicatie wordt gedaan om ......
A
de familie gerust te stellen
B
de zorgvrager te controleren op juist medicatiegebruik
C
de veiligheid van de zorgvrager te waarborgen
D
De zorgvrager gerust te stellen

Slide 38 - Quiz

Wie levert een actuele medicatie toedieningslijst?
A
De arts
B
De apotheek
C
De verpleegkundige
D
De helpende

Slide 39 - Quiz

VRAGEN
Vragen

Slide 40 - Slide