Passé Composé

Passé Composé (v.t.t.)
ik heb gegeten
jij hebt geluisterd
hij heeft gekeken
wij hebben gegooid
jullie hebben gestolen
zij hebben gehad
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Passé Composé (v.t.t.)
ik heb gegeten
jij hebt geluisterd
hij heeft gekeken
wij hebben gegooid
jullie hebben gestolen
zij hebben gehad

Slide 1 - Slide

De passé composé bestaat uit 2 delen. Wat is het eerste deel?
A
Het hele werkwoord
B
Het hulpwerkwoord
C
Het voltooid deelwoord

Slide 2 - Quiz

De passé composé bestaat uit 2 delen. Wat is het tweede deel?
A
Het hele werkwoord
B
Het hulpwerkwoord
C
De persoonsvorm
D
Het voltooid deelwoord

Slide 3 - Quiz

Dus:
Passé composé =
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Slide 4 - Slide

Met welke hulpwerkwoorden maak je de passé composé?

Slide 5 - Open question

Zoek bij de sleepopdracht het juiste voltooid deelwoord bij het werkwoord

Slide 6 - Slide

manger
parler
jetter
voler
écouter
jetté
parlé
mangé
volé
écouté

Slide 7 - Drag question

Onregelmatige werkwoorden hebben ook een onregelmatig voltooid deelwoord. 

Raad welk voltooid deelwoord bij het onregelmatig werkwoord hoort

Slide 8 - Slide

avoir
être
faire
aller
été
allé
fait
eu

Slide 9 - Drag question

hij heeft gegeten (manger)

Slide 10 - Open question

ik heb gegooid (jeter)

Slide 11 - Open question

zij (mnl) hebben geluisterd (écouter)

Slide 12 - Open question

wij hebben gewerkt (travailler)

Slide 13 - Open question

jullie hebben gehad (avoir)

Slide 14 - Open question