Korte terugblik op- Onderwerp en Hoofdgedachte- Doel en publiek (15 min)
Toets om te zien waar jullie staan (30 min)
Spelletje (15 min)
Taalblokken (30 min)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Planning voor deze les
Korte terugblik op- Onderwerp en Hoofdgedachte- Doel en publiek (15 min)
Toets om te zien waar jullie staan (30 min)
Spelletje (15 min)
Taalblokken (30 min)
Slide 1 - Slide
Onderwerp en hoofdgedachte
Met het onderwerp geef je in één of enkele woorden aan waar een tekst over gaat. Bijvoorbeeld "mondkapjes"
De hoofdgedachte legt in één zin uit wat de schrijver van een tekst over het onderwerp zegt. Bijvoorbeeld "Mondkapjes moeten weer verplicht worden op school." of "Mondkapjes zijn slecht voor het milieu".
Slide 2 - Slide
Lezen 1.2 - Doel en publiek
Lesdoelen:
Je kunt de verschillende tekstdoelen opnoemen
Je kunt benoemen voor welk publiek een tekst is bestemd.
Slide 3 - Slide
Doel van een tekst
Wat wil de schrijver met de tekst bereiken?
Sommige teksten hebben meerdere doelen, maar bijna altijd is één van die doelen het hoofddoel.
Slide 4 - Slide
Publiek
Voor wie is de tekst bedoeld? Wie gaat die tekst lezen? Jongeren, ouderen, autoliefhebbers, mbo-studenten...
De schrijver past zijn taalgebruik en de stijl van de tekst aan het publiek aan.
U of jij, informeel of formeel taalgebruik, vaktaal?
Slide 5 - Slide
Welke tekstdoelen zijn er?
En ook nog: amuseren, bijvoorbeeld door een stripverhaal, column een roman of een gedicht.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
www.rtlnieuws.nl
Slide 8 - Link
Wat is het doel van deze tekst?
Slide 9 - Open question
Wie is de doelgroep van deze tekst? Waar zie je dat aan?