zinnen maken M1

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wie doet wat waar wanneer?
       Onderwerp     werkwoord         lijdend vw             plaats                    tijd

Slide 2 - Slide

Voorbeeld
Keith used to watch television in his room at bedtime.
Wie    -         doet        -          wat        -     waar       -      wanneer.

Slide 3 - Slide

Stappenplan:
1. onderwerp                     WIE
2. werkwoord(en)               DOET
3. lijdend voorwerp            WAT
4. plaats                            WAAR
5. tijd                                WANNEER


Slide 4 - Slide

TIP!
Zet de werkwoorden van de zin bij elkaar!

Ik heb gisteren heel veel friet gegeten.
I have eaten a lot of fries yesterday.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

  Theme words

Slide 7 - Slide

Maak een zin met het woord dat zojuist is gedraaid.
→ minimaal 5 woorden
→ het moet duidelijk zijn dat je weet wat het betekent

Slide 8 - Open question

  A watching

Slide 9 - Slide

Maak een zin met het woord dat zojuist is gedraaid.
→ minimaal 5 woorden
→ het moet duidelijk zijn dat je weet wat het betekent

Slide 10 - Open question

  C reading

Slide 11 - Slide

Maak een zin met het woord dat zojuist is gedraaid.
→ minimaal 5 woorden
→ het moet duidelijk zijn dat je weet wat het betekent

Slide 12 - Open question

  F listening reading

Slide 13 - Slide

Maak een zin met het woord dat zojuist is gedraaid.
→ minimaal 5 woorden
→ het moet duidelijk zijn dat je weet wat het betekent

Slide 14 - Open question

  G reading reading

Slide 15 - Slide